[Gepubliceerd: 2009-04-09] De gemeente Den Haag heeft op 22 oktober 2007 een aanvraag d.d. 16 oktober 2007 ingediend om een opsporingsvergunning ingevolge artikel 6 van de Mijnbouwwet ( Stb. 2002, 542 ) voor de opsporing van aardwarmte voor de duur van 4 jaar in het gebied Den Haag met een omvang van 36 km 2 gelegen in de gemeente Den Haag; Naar aanleiding van de onderhavige aanvraag is in de Staatscourant van 4 april 2008, een uitnodiging geplaatst voor het indienen van concurrerende aanvragen om een opsporingsvergunning voor aardwarmte; Binnen de periode van dertien weken na plaatsing van bovenbedoelde uitnodiging in de Staatscourant is geen andere aanvraag om een opsporingsvergunning voor aardwarmte in het onderhavige gebied Den Haag ontvangen; TNO Bouw en Ondergrond, adviesgroep Economische Zaken, (hierna te noemen TNO) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken per brief gedateerd 1 december 2008, ontvangen 4 december 2008, advies uitgebracht. Staatstoezicht op de mijnen (hierna te noemen Sodm) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken per brief gedateerd 8 mei 2008, ontvangen 13 mei 2008, advies uitgebracht; Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken per brief gedateerd 11 september 2008, ontvangen 12 september 2008, advies uitgebracht met kenmerk PZH-2008-712675; De Mijnraad heeft op 19 maart 2009 op basis van artikel 105, derde lid, van de Mijnbouwwet advies uitgebracht met kenmerk MIJR/9031385.
Jaar: 2009
Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat
Documenten: 1
📁
Download volledig dossier (ZIP)