[Gepubliceerd: 2009-04-14] Valhalla Oil and Gas Limited (hierna genoemd Valhalla) heeft op 11 juni 2008, een aanvraag om een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen ingevolge artikel 6 van de Mijnbouwwet ingediend voor een deel van blok F6, welk blok is aangegeven op de als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling gevoegde kaart, genaamd blokdeel F6b, waarvoor op dat moment geen opsporings- of winningsvergunning voor koolwaterstoffen gold; Naar aanleiding van de onderhavige aanvraag is een uitnodiging tot het indienen van een concurrerende aanvraag gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie van 22 augustus 2008, (200/C 214/05). In de Staatscourant van 10 september 2008 is van deze uitnodiging melding gemaakt (Stcrt. 2008, nr. 175); Binnen de periode van dertien weken na plaatsing van bovenbedoelde uitnodiging in het Publicatieblad van de Europese Unie, is op 19 november 2008 een concurrerende aanvraag ingediend door Petro-Canada Netherlands B.V., tezamen met Dyas B.V. (hierna genoemd Petro-Canada c.s.); TNO Bouw en Ondergrond, adviesgroep EZ, heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken op 13 januari 2009 advies uitgebracht; Staatstoezicht op de mijnen heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken op 21 januari 2009 advies uitgebracht; De Mijnraad heeft op 19 maart 2009 advies uitgebracht (kenmerk MIJR/9031278) op grond van artikel 105, derde lid, van de Mijnbouwwet.
Jaar: 2009
Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat
Documenten: 1
📁
Download volledig dossier (ZIP)