[Gepubliceerd: 2010-04-21] Cuadrilla Resources Ltd (hierna genoemd Cuadrilla) is houder van de bij beschikking van de Minister van Economische Zaken van 13 oktober 2009, kenmerk ET/EM 9179798 ( Staatscourant 26 oktober 2009, nr. 16000 ) verleende opsporingsvergunning ; De vergunninghouder heeft bij brieven van 25 maart 2010 en 8 april 2010 gevraagd om toestemming op grond van artikele20, van de Mijnbouwwet voor overdracht van de vergunning, zodanig dat na overdracht van de vergunning, de vergunninghouder zal bestaan uit Brabant Resources B.V.; Overwegingen: Het gebied waarvoor de opsporingsvergunning is verleend bevat geen voorkomen waarvoor een reeds door een ander gehouden opslagvergunning geldt, zodat het verbod van artikel 7, tweede lid, van de Mijnbouwwet, niet van toepassing is; De aanvraag wordt als volgt begrepen dat de huidige vergunninghouder de vergunning wil overdragen, zodanig dat de beoogde vergunninghouder Brabant Resources B.V. wordt; Brabant Resources B.V. heeft bij brief van 22 maart 2010 aangegeven dat zij een volledige dochter maatschappij van Cuadrilla is en heeft aangetoond over voldoende kennis en expertise te kunnen beschikken. Cuadrilla staat financieel garant voor Brabant Resources B.V.; De technische of financiele mogelijkheden van de beoogde houder van de opsporingsvergunning Noord-Brabant geven geen aanleiding tot het weigeren van de toestemming tot overdracht aan deze beoogde vergunninghouder. Hiermee is voldaan aan artikel 20 eerste lid, van de Mijnbouwwet in samenhang met artikel 9, eerste lid, onder a, van de Mijnbouwwet; In de brief van 8 april 2010 heeft Brabant Resources B.V. aangegeven de opsporingsactiviteiten overeenkomstig het werkprogramma van Cuadrilla te zullen uitvoeren; De manier waarop de beoogde vergunninghouder voornemens is de activiteiten, met de opsporingsvergunning Noord-Brabant te verrichten geeft geen aanleiding de toestemming tot overdracht te weigeren. Hiermee is voldaan aan artikele20 eerste lid, van de Mijnbouwwet in samenhang met artikele9, eerste lid, onder b, van de Mijnbouwwet; De beoogde vergunninghouder van de opsporingsvergunning Noord-Brabant heeft niet onder een eerdere vergunning bij activiteiten als bedoeld in artikele6, eerste lid, van de Mijnbouwwet, blijk gegeven van gebrek aan efficientie en verantwoordelijkheidszin, daaronder mede verstaan maatschappelijke verantwoordelijkheidszin. Hiermee is voldaan aan artikele20 eerste lid, van de Mijnbouwwet in samenhang met artikele9, eerste lid, onder c, van de Mijnbouwwet; Gelet op artikel 20, eerste lid, van de Mijnbouwwet en artikele1.3.7, derde lid, van de Mijnbouwregeling; Besluit: Artikel 1 Aan de houder van de opsporingsvergunning Noord-Brabant, verleend bij beschikking van de Minister van Economische Zaken van 13 oktober 2009, kenmerk ET/EM 9179798 ( Staatscourant 26 oktober 2009, nr. 16000 ) wordt toestemming verleend tot overdracht van de vergunning, zodat Brabant Resources B.V. houder zal worden van deze opsporingsvergunning.
Jaar: 2010
Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat
Documenten: 1
📁
Download volledig dossier (ZIP)