[Gepubliceerd: 2010-01-06] Grove Energy Limited (hierna genoemd Grove), Wintershall Noordzee B.V. (hierna Wintershall), GDF Suez E&P Nederland B.V. (hierna GDF) en Rosewood Exploration Ltd. (hierna Rosewood) zijn thans de houder van de bij beschikking van de Minister van Economische Zaken van 10 oktober 2006 met kenmerk ET/EM/6079300 ( Stcrt. 2006, nr. 200 ) verleende opsporingsvergunning, laatstelijk gewijzigd bij het besluit met kenmerk ET/EM/8182319 van 3 februari 2009 voor blokdeel L1b van het continentaal plat volgens de bij de Mijnbouwregeling gevoegde kaart; De vergunninghouder heeft per brief van 30 november 2009 gevraagd om op grond van artikele19, onder a, van de Mijnbouwwet de vergunning te splitsen, zodat twee nieuwe vergunningen zullen gelden; een voor Vroeg Krijt en Jura (ondiep) en een voor de rest (diep) van het blokdeel L1b; In dezelfde brief (30 november 2009) vraagt de vergunninghouder (in vervolg op de brief d.d. 6 november 2009) om toestemming, op grond van artikele20, eerste lid van de Mijnbouwwet, voor overdracht van de vergunning voor het ondiepe gedeelte (hierna genoemd L1b-ondiep) aan Grove; Vervolgens vraagt de vergunninghouder om toestemming op grond van artikele20, eerste lid van de Mijnbouwwet, voor overdracht van de vergunning voor het overige gedeelte (hierna genoemd L1b-diep) aan Wintershall, GDF en Rosewood, en daarbij Wintershall aan te wijzen als de persoon die de feitelijke werkzaamheden verricht of daartoe opdracht verleent, als bedoeld in artikele22, vijfde lid, van de Mijnbouwwet; TNO Bouw en Ondergrond, Adviesgroep EZ (hierna genoemd TNO), heeft, op verzoek van de Minister van Economische Zaken, op 8 december 2009 advies uitgebracht.
Jaar: 2010
Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat
Documenten: 1
📁
Download volledig dossier (ZIP)