[Gepubliceerd: 2013-01-02] E.ON Benelux N.V. (hierna: E.ON), heeft per brief van 12 april 2011, ontvangen op 15 april 2011 en aangevuld op 30 november 2011 en op 29 augustus 2012, een aanvraag ingediend voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte, ingevolge artikel 6, van de Mijnbouwwet (hierna: Mbw). Het aangevraagde gebied, genaamd Rotterdam 5, ligt in de gemeenten Rotterdam, Lansingerland, Zevenhuizen-Moerkapelle, Nieuwerkerk aan den IJssel, Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel. De oppervlakte van het aangevraagde gebied bedraagt 38,97 kme. De aangevraagde geldigheidsduur van de vergunning is vijf jaar; in de Staatscourant van 6 mei 2011 ( Staatscourant 2011, nr. 7991 ) is een uitnodiging geplaatst voor het indienen van concurrerende aanvragen. Door Eneco Solar, Bio & Hydro (hierna: Eneco) is op 24 juni 2011 een concurrerende aanvraag ingediend; TNO adviesgroep EL&I (hierna: TNO) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (thans Minister van Economische Zaken, hierna: Minister van EZ) op 30 augustus 2011 advies uitgebracht (kenmerk: AGE 11-10.064); Staatstoezicht op de Mijnen (hierna: SodM) heeft op verzoek van de Minister van EZ op 1 december 2011 advies uitgebracht (kenmerk: 11172090); het College van Gedeputeerde Staten (hierna: GS) van de provincie Zuid-Holland is op grond van artikel 16 Mbw om advies gevraagd. Van GS is geen advies ontvangen; de Mijnraad is, op grond van artikel 105, derde lid, Mbw om advies gevraagd en heeft per brief van 27 februari 2012 en 4 december 2012, advies uitgebracht (kenmerk: MIJR/12010907 en MIJR/12335450).
Jaar: 2013
Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat
Documenten: 1
📁
Download volledig dossier (ZIP)