[Gepubliceerd: 2013-01-03] Eneco Solar, Bio & Hydro B.V. (hierna: Eneco), heeft per brief van 28 september 2010, ontvangen op 11 oktober 2010 en aangevuld op 29 augustus 2012, een aanvraag ingediend voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte, ingevolge artikel 6, van de Mijnbouwwet (hierna: Mbw). Het aangevraagde gebied, genaamd Rotterdam, thans genaamd Rotterdam 2, ligt in de gemeenten Rotterdam, Schiedam en Lansingerland. De oppervlakte van het aangevraagde gebied bedraagt 25,56 km 2 . De aangevraagde geldigheidsduur van de vergunning is vier jaar; in de Staatscourant van 17 december 2010 ( Staatscourant 2010, nr. 20298 ) is een uitnodiging geplaatst voor het indienen van concurrerende aanvragen. Op deze aanvraag is op 21 februari 2011 een deels concurrerende aanvraag ontvangen van E.ON Benelux N.V.(hierna: E.ON); TNO adviesgroep EL&I (hierna: TNO) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (thans Minister van Economische Zaken, hierna: Minister van EZ) op 20 mei 2011 en 31 augustus 2011 advies uitgebracht (kenmerk: AGE 11-10.033 en AGE 11-10.067); Staatstoezicht op de Mijnen (hierna: SodM) heeft op verzoek van de Minister van EZ op 14 februari 2011 en 1 december 2011 advies uitgebracht (kenmerk: 110022482 en 11172090); het College van Gedeputeerde Staten (hierna: GS) van de provincie Zuid-Holland is op grond van artikel 16 Mbw om advies gevraagd. Van GS is geen advies ontvangen; de Mijnraad is, op grond van artikel 105, derde lid, Mbw om advies gevraagd en heeft per brief van 27 februari 2012 en 4 december 2012, advies uitgebracht (kenmerk: MIJR/12010907 en MIJR/12335450).
Jaar: 2013
Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat
Documenten: 1
📁
Download volledig dossier (ZIP)