[Gepubliceerd: 2015-03-04] GDF SUEZ E&P Nederland B.V., Rosewood Exploration Ltd. en XTO Netherlands Ltd. zijn houder van de bij beschikking van de Minister van Economische Zaken (hierna: EZ) van 22 december 2003 verleende winningsvergunning voor koolwaterstoffen voor een deel van blok N7 (N7b) van het continentaal plat, welk blok is aangegeven op de als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling gevoegde kaart, met kenmerk ME/EP/UM/3074786; deelblok N7b is ingevolge artikel 4, vierde lid van het Convenant ter bevordering van de opsporing en ontwikkeling van de olie- en gasreserves en de opslag van stoffen op het Nederlands deel van het continentaal plat (hierna: convenant continentaal plat), zoals gepubliceerd in de Staatscourant van 27 september 2010 (nr. 14855), geclassificeerd als fallow gebied; op 13 februari 2014 is van Hansa Hydrocarbons Limited (hierna: Hansa) ingevolge artikel 5 van het convenant continentaal plat een activiteitenplan ontvangen; de vergunninghouder heeft per brief van 26 november 2014, ontvangen op 19 december 2014, gevraagd om op grond van artikel 19, onder a, van de Mijnbouwwet (hierna: Mbw) de vergunning te splitsen, zodat twee nieuwe winningsvergunningen zullen gelden, te weten N7b en N7c; in dezelfde brief vraagt de vergunninghouder om toestemming, op grond van artikel 20, eerste lid van de Mbw, voor overdracht van de na splitsing ontstane winningsvergunning N7c aan Hansa; TNO Bouw en Ondergrond, Adviesgroep EZ (hierna: TNO), heeft, op verzoek van de Minister van EZ, op 6 januari 2015 advies uitgebracht.
Jaar: 2015
Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat
Documenten: 1
📁
Download volledig dossier (ZIP)