Beschikking Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat

Aanwijzing extra te coerdineren besluit Noordring, Ministerie van Economische Zaken

[Gepubliceerd: 2015-03-13] Dat TenneT TSO B.V., hierna aan te duiden als: TenneT, het voornemen heeft om een nieuwe 380 kV hoogspanningsverbinding te realiseren tussen Beverwijk en Bleiswijk, welk voornemen hierna wordt aangeduid als het project Randstad 380 kV Noordring; Dat het project Randstad 380 kV Noordring wordt aangemerkt als uitbreiding van een van het landelijk hoogspanningsnet deel uitmakend net als bedoeld in artikel 20a, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998, zodat op de realisatie van dit project artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) van toepassing is; Dat dit onder meer betekent dat de voorbereiding en bekendmaking van diverse voor het project benodigde besluiten worden gecoerdineerd, overeenkomstig artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wro, waarbij de Minister van Economische Zaken met deze coerdinatie is belast; Dat, op grond van artikel 20c, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998, in artikel 1 van het Uitvoeringsbesluit rijkscoerdinatieregeling energie-infrastructuurprojecten (hierna: het Uitvoeringsbesluit) de besluiten zijn aangewezen die voor projecten als deze in ieder geval besluiten zijn als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder b van de Wro zijn en zodoende worden meegenomen in de hiervoor bedoelde gecoerdineerde voorbereiding; Dat op grond van artikel 20c, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 de Minister van Economische Zaken ten behoeve van de hiervoor bedoelde activiteiten tevens een of meer andere besluiten, dan de in het Uitvoeringsbesluit aangewezen besluiten, kan aanwijzen als besluiten als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel b van de Wro; Dat het met oog op de daarvan te verwachten stroomlijning en versnelling van de besluitvorming wenselijk is te bepalen dat een aantal besluiten die benodigd is voor realisatie van het project Randstad 380 kV Noordring, die niet zijn aangewezen in artikel 1 van het Uitvoeringsbesluit, worden voorbereid met toepassing van de rijkscoerdinatieregeling; Dat bij besluit van 4 februari 2013, kenmerk DGETM-EM/13006783, reeds was bepaald dat deze besluiten met toepassing van de rijkscoerdinatieregeling zouden worden voorbereid, maar dit besluit niet in werking is getreden omdat het blijkens de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 25 februari 2015, nummer 201406793/1/R6, niet op juiste wijze bekend was gemaakt en dit besluit wordt ingetrokken en vervangen door onderhavig besluit.
Jaar: 2015 Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat Documenten: 1

📁 Download volledig dossier (ZIP)

Officiële publicaties
Attribuut Waarde
Identifier nl.mnre1045.2k.2015.216
Aanbieder (Naam) Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat
Titel Aanwijzing extra te coerdineren besluit Noordring, Ministerie van Economische Zaken
Beschrijving Dat TenneT TSO B.V., hierna aan te duiden als: TenneT, het voornemen heeft om een nieuwe 380 kV hoogspanningsverbinding te realiseren tussen Beverwijk en Bleiswijk, welk voornemen hierna wordt aangeduid als het project Randstad 380 kV Noordring; Dat het project Randstad 380 kV Noordring wordt aangemerkt als uitbreiding van een van het landelijk hoogspanningsnet deel uitmakend net als bedoeld in artikel 20a, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998, zodat op de realisatie van dit project artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) van toepassing is; Dat dit onder meer betekent dat de voorbereiding en bekendmaking van diverse voor het project benodigde besluiten worden gecoerdineerd, overeenkomstig artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wro, waarbij de Minister van Economische Zaken met deze coerdinatie is belast; Dat, op grond van artikel 20c, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998, in artikel 1 van het Uitvoeringsbesluit rijkscoerdinatieregeling energie-infrastructuurprojecten (hierna: het Uitvoeringsbesluit) de besluiten zijn aangewezen die voor projecten als deze in ieder geval besluiten zijn als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder b van de Wro zijn en zodoende worden meegenomen in de hiervoor bedoelde gecoerdineerde voorbereiding; Dat op grond van artikel 20c, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 de Minister van Economische Zaken ten behoeve van de hiervoor bedoelde activiteiten tevens een of meer andere besluiten, dan de in het Uitvoeringsbesluit aangewezen besluiten, kan aanwijzen als besluiten als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel b van de Wro; Dat het met oog op de daarvan te verwachten stroomlijning en versnelling van de besluitvorming wenselijk is te bepalen dat een aantal besluiten die benodigd is voor realisatie van het project Randstad 380 kV Noordring, die niet zijn aangewezen in artikel 1 van het Uitvoeringsbesluit, worden voorbereid met toepassing van de rijkscoerdinatieregeling; Dat bij besluit van 4 februari 2013, kenmerk DGETM-EM/13006783, reeds was bepaald dat deze besluiten met toepassing van de rijkscoerdinatieregeling zouden worden voorbereid, maar dit besluit niet in werking is getreden omdat het blijkens de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 25 februari 2015, nummer 201406793/1/R6, niet op juiste wijze bekend was gemaakt en dit besluit wordt ingetrokken en vervangen door onderhavig besluit.
Thema Ruimte en infrastructuur | Netwerken
Publicatiedatum 2015-03-13
Jaar 2015
Type 2k - Beschikking
Aanbieder (Code) mnre1045
Totaal aantal documenten 1
Bron Originele publicatie
Verkregen op 2024-01-23
Aantal pagina's in dossier 2