Beschikking Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat

Voornemen om in de Wieringermeerpolder een windpark te realiseren, Ministerie van Economische Zaken

[Gepubliceerd: 2015-04-01] Dat Windkracht Wieringermeer, samenwerkingsverband van Windcollectief Wieringermeer, Nuon Wind Development BV en ECN Wind Energy Facilities BV het voornemen heeft om in de Wieringermeerpolder een windpark te realiseren en ieder voor zijn deel te exploiteren, inclusief de interne kabelverbindingen van dit windpark naar het dichtstbijzijnde 150 kv-aansluitpunt. Dit voornemen wordt hierna aangeduid als Windpark Wieringermeer; Dat Windpark Wieringermeer wordt aangemerkt als een project als bedoeld in artikel 9b, eerste lid, aanhef en onder a, van de Elektriciteitswet 1998, zodat op dit project artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) van toepassing is; Dat dit onder meer betekent dat de voorbereiding en bekendmaking van diverse voor het Windpark Wieringermeer benodigde besluiten worden gecoerdineerd overeenkomstig artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wro, waarbij de Minister van Economische Zaken is belast met deze coerdinatie. Daarbij doorlopen de besluiten, op grond van artikel 3.31, derde lid, in samenhang met artikel 3.35, vierde lid, van de Wro, de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht met toepassing van de bijzondere regels in artikel 3.31, derde lid, in samenhang met artikel 3.35, vierde lid, van de Wro; Dat op grond van artikel 9d, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998, in artikel 1, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit rijkscoerdinatieregeling energie-infrastructuurprojecten (hierna: het Uitvoeringsbesluit) de besluiten zijn aangewezen die voor projecten als deze in ieder geval besluiten zijn als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wro en zodoende worden meegenomen in de hiervoor bedoelde gecoerdineerde voorbereiding; Dat op grond van artikel 9d, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998, de Minister van Economische Zaken ten behoeve van de hiervoor bedoelde activiteiten tevens een of meer andere besluiten dan de in het Uitvoeringsbesluit aangewezen besluiten, kan aanwijzen als besluiten als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Wro; Dat het met het oog op de daarvan te verwachten stroomlijning en versnelling van de besluitvorming wenselijk is te bepalen dat bepaalde besluiten die benodigd zijn voor de realisatie van het Windpark Wieringermeer, die niet zijn aangewezen in artikel 1 van het Uitvoeringsbesluit, worden voorbereid met toepassing van de Rijkscoerdinatieregeling; Dat bij besluit van 7 oktober 2014, DGETM-ED/14083034, reeds was bepaald dat deze besluiten met toepassing van de rijkscoerdinatieregeling zouden worden voorbereid, maar dit besluit niet in werking is getreden omdat het blijkens de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 25 februari 2015, nummer 201406793/1/R6, niet op juiste wijze bekend was gemaakt en dit besluit wordt ingetrokken en vervangen door onderhavig besluit.
Jaar: 2015 Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat Documenten: 1

📁 Download volledig dossier (ZIP)

Attribuut Waarde
Identifier nl.mnre1045.2k.2015.231
Aanbieder (Naam) Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat
Titel Voornemen om in de Wieringermeerpolder een windpark te realiseren, Ministerie van Economische Zaken
Beschrijving Dat Windkracht Wieringermeer, samenwerkingsverband van Windcollectief Wieringermeer, Nuon Wind Development BV en ECN Wind Energy Facilities BV het voornemen heeft om in de Wieringermeerpolder een windpark te realiseren en ieder voor zijn deel te exploiteren, inclusief de interne kabelverbindingen van dit windpark naar het dichtstbijzijnde 150 kv-aansluitpunt. Dit voornemen wordt hierna aangeduid als Windpark Wieringermeer; Dat Windpark Wieringermeer wordt aangemerkt als een project als bedoeld in artikel 9b, eerste lid, aanhef en onder a, van de Elektriciteitswet 1998, zodat op dit project artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) van toepassing is; Dat dit onder meer betekent dat de voorbereiding en bekendmaking van diverse voor het Windpark Wieringermeer benodigde besluiten worden gecoerdineerd overeenkomstig artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wro, waarbij de Minister van Economische Zaken is belast met deze coerdinatie. Daarbij doorlopen de besluiten, op grond van artikel 3.31, derde lid, in samenhang met artikel 3.35, vierde lid, van de Wro, de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht met toepassing van de bijzondere regels in artikel 3.31, derde lid, in samenhang met artikel 3.35, vierde lid, van de Wro; Dat op grond van artikel 9d, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998, in artikel 1, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit rijkscoerdinatieregeling energie-infrastructuurprojecten (hierna: het Uitvoeringsbesluit) de besluiten zijn aangewezen die voor projecten als deze in ieder geval besluiten zijn als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wro en zodoende worden meegenomen in de hiervoor bedoelde gecoerdineerde voorbereiding; Dat op grond van artikel 9d, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998, de Minister van Economische Zaken ten behoeve van de hiervoor bedoelde activiteiten tevens een of meer andere besluiten dan de in het Uitvoeringsbesluit aangewezen besluiten, kan aanwijzen als besluiten als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Wro; Dat het met het oog op de daarvan te verwachten stroomlijning en versnelling van de besluitvorming wenselijk is te bepalen dat bepaalde besluiten die benodigd zijn voor de realisatie van het Windpark Wieringermeer, die niet zijn aangewezen in artikel 1 van het Uitvoeringsbesluit, worden voorbereid met toepassing van de Rijkscoerdinatieregeling; Dat bij besluit van 7 oktober 2014, DGETM-ED/14083034, reeds was bepaald dat deze besluiten met toepassing van de rijkscoerdinatieregeling zouden worden voorbereid, maar dit besluit niet in werking is getreden omdat het blijkens de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 25 februari 2015, nummer 201406793/1/R6, niet op juiste wijze bekend was gemaakt en dit besluit wordt ingetrokken en vervangen door onderhavig besluit.
Thema Natuur en milieu | Energie
Publicatiedatum 2015-04-01
Jaar 2015
Type 2k - Beschikking
Aanbieder (Code) mnre1045
Totaal aantal documenten 1
Bron Originele publicatie
Verkregen op 2024-01-23
Aantal pagina's in dossier 2