Beschikking Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat

Gasolieopslag in zoutcavernes, regio Twente: besluit inzake het buiten de coerdinatie houden van een omgevingsvergunning, Ministerie van Economische Zaken

[Gepubliceerd: 2015-06-11] Dat Akzo Nobel Industrial Chemicals B.V., hierna aan te duiden als: Akzo Nobel, het voornemen heeft om gasolie op te slaan in uitgeproduceerde zoutcavernes in Enschede, welk voornemen hierna wordt aangeduid als het project Gasolieopslag in zoutcavernes, regio Twente; Dat Gasolieopslag in zoutcavernes, regio Twente wordt aangemerkt als een mijnbouwwerk ten behoeve van de opslag van stoffen als bedoeld in artikel 141a, eerste lid, aanhef en onder b, van de Mijnbouwwet, zodat op de realisatie van dit project artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) van toepassing is; Dat dit onder meer betekent dat de voorbereiding en bekendmaking van diverse voor het project benodigde besluiten worden gecoerdineerd, overeenkomstig artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wro, waarbij de Minister van Economische Zaken met deze coerdinatie is belast; Dat ten behoeve van het project Gasolieopslag in zoutcavernes, regio Twente gebleken is dat een nader uitvoeringsbesluit benodigd is naar aanleiding van een gedetailleerde technische uitwerking. Dat dit meer specifiek betreft een omgevingsvergunning voor de activiteit milieuneutraal veranderen (als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) ten behoeve van een aanpassing van het vulproces van de cavernes; Dat, op grond van artikel 141c, eerste lid, van de Mijnbouwwet, gelezen in samenhang met artikel 4 van het Uitvoeringsbesluit rijkscoerdinatieregeling energie-infrastructuurprojecten (hierna: het Uitvoeringsbesluit) een besluit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in ieder geval een besluit is als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder b van de Wro en zodoende wordt meegenomen in de hiervoor bedoelde gecoerdineerde voorbereiding; Dat op grond van artikel 141c, derde lid, van de Mijnbouwwet de Minister van Economische Zaken kan bepalen dat het desbetreffende, hiervoor bedoelde, besluit, in afwijking van het voorgaande niet als besluit als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Wro wordt aangemerkt, en daarmee niet in de gecoerdineerde voorbereiding wordt betrokken, wanneer dat besluit de gecoerdineerde voorbereiding van de benodigde besluiten zou belemmeren of ernstig zou bemoeilijken; Dat de voor realisatie van het project Gasolieopslag in zoutcavernes, regio Twente benodigde besluiten voor het merendeel in een eerdere uitvoeringsmodule in 2013 zijn verleend en dat die uitvoeringsbesluiten inmiddels van kracht en onherroepelijk zijn.
Jaar: 2015 Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat Documenten: 1

📁 Download volledig dossier (ZIP)

Attribuut Waarde
Identifier nl.mnre1045.2k.2015.49
Aanbieder (Naam) Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat
Titel Gasolieopslag in zoutcavernes, regio Twente: besluit inzake het buiten de coerdinatie houden van een omgevingsvergunning, Ministerie van Economische Zaken
Beschrijving Dat Akzo Nobel Industrial Chemicals B.V., hierna aan te duiden als: Akzo Nobel, het voornemen heeft om gasolie op te slaan in uitgeproduceerde zoutcavernes in Enschede, welk voornemen hierna wordt aangeduid als het project Gasolieopslag in zoutcavernes, regio Twente; Dat Gasolieopslag in zoutcavernes, regio Twente wordt aangemerkt als een mijnbouwwerk ten behoeve van de opslag van stoffen als bedoeld in artikel 141a, eerste lid, aanhef en onder b, van de Mijnbouwwet, zodat op de realisatie van dit project artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) van toepassing is; Dat dit onder meer betekent dat de voorbereiding en bekendmaking van diverse voor het project benodigde besluiten worden gecoerdineerd, overeenkomstig artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wro, waarbij de Minister van Economische Zaken met deze coerdinatie is belast; Dat ten behoeve van het project Gasolieopslag in zoutcavernes, regio Twente gebleken is dat een nader uitvoeringsbesluit benodigd is naar aanleiding van een gedetailleerde technische uitwerking. Dat dit meer specifiek betreft een omgevingsvergunning voor de activiteit milieuneutraal veranderen (als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) ten behoeve van een aanpassing van het vulproces van de cavernes; Dat, op grond van artikel 141c, eerste lid, van de Mijnbouwwet, gelezen in samenhang met artikel 4 van het Uitvoeringsbesluit rijkscoerdinatieregeling energie-infrastructuurprojecten (hierna: het Uitvoeringsbesluit) een besluit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in ieder geval een besluit is als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder b van de Wro en zodoende wordt meegenomen in de hiervoor bedoelde gecoerdineerde voorbereiding; Dat op grond van artikel 141c, derde lid, van de Mijnbouwwet de Minister van Economische Zaken kan bepalen dat het desbetreffende, hiervoor bedoelde, besluit, in afwijking van het voorgaande niet als besluit als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Wro wordt aangemerkt, en daarmee niet in de gecoerdineerde voorbereiding wordt betrokken, wanneer dat besluit de gecoerdineerde voorbereiding van de benodigde besluiten zou belemmeren of ernstig zou bemoeilijken; Dat de voor realisatie van het project Gasolieopslag in zoutcavernes, regio Twente benodigde besluiten voor het merendeel in een eerdere uitvoeringsmodule in 2013 zijn verleend en dat die uitvoeringsbesluiten inmiddels van kracht en onherroepelijk zijn.
Thema Ruimte en infrastructuur | Organisatie en beleid
Publicatiedatum 2015-06-11
Jaar 2015
Type 2k - Beschikking
Aanbieder (Code) mnre1045
Totaal aantal documenten 1
Bron Originele publicatie
Verkregen op 2024-01-23
Aantal pagina's in dossier 2