[Gepubliceerd: 2015-07-27] Op 19 mei 2015, DGETM-EM / 15070038, hebt u een aanvraag tot verlenging van de opsporingsvergunning Noordoostpolder ingediend. U hebt daarbij aangegeven dat de ontwikkelingen rond de opsporing van schaliegas zodanig zijn geweest, dat het tijdvak waarvoor aan Cuadrilla Hardenberg B.V. (en haar rechtsvoorganger Hardenberg Resources B.V.), hierna Cuadrilla genoemd, een opsporingsvergunning is verleend, onvoldoende is gebleken om de activiteiten waarvoor de vergunning gold te voltooien. Dit leidde er naar uw mening toe dat voor Cuadrilla de situatie van artikel 18, derde lid, van de Mijnbouwwet was ingetreden, d.w.z. dat het in de vergunning vastgestelde tijdvak onvoldoende was om de activiteiten, waarvoor de vergunning gold, te voltooien. Om deze reden zag Cuadrilla zich genoodzaakt mij te verzoeken om de geldigheidsduur van de opsporingsvergunning te verlengen.
Jaar: 2015
Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat
Documenten: 1
📁
Download volledig dossier (ZIP)