[Gepubliceerd: 2016-06-16] Wintershall Noordzee B.V. (hierna: Wintershall), Dyas B.V. (hierna: Dyas) en Tullow Netherlands B.V. (thans: Dutch Gas Development B.V., hierna: DGD) gezamenlijk zijn houder van de bij beschikking van de Minister van Economische Zaken (hierna: EZ) van 23 november 1999, met kenmerk E/EOG/MW/99069516 ( Stcrt 1999, nummer 228 ), verleende winningsvergunning voor koolwaterstoffen voor blok Q4 van het continentaal plat, welk blok is aangegeven op de als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling gevoegde kaart; genoemd besluit is laatstelijk gewijzigd bij besluit van de Minister van EZ van 13 januari 2015, met kenmerk DGETM-EM/14190594 ( Stcrt. 2015, nr. 2985 ); de vergunninghouder heeft, bij bief van 4 november 2015, ontvangen op 6 november 2015, gevraagd om toestemming op grond van artikel 20, eerste lid, van de Mijnbouwwet (hierna: Mbw) in samenhang met artikel 22, vijfde lid, van de Mbw tot overdracht van de winningsvergunning voor koolwaterstoffen Q4 aan Wintershall, Dyas en Delta Hydrocarbons B.V. (hierna: Delta), waarbij Wintershall blijft aangewezen als de persoon die de feitelijke werkzaamheden verricht of daartoe opdracht verleent, als bedoeld in artikel 22, vijfde lid, van de Mbw.
Jaar: 2016
Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat
Documenten: 1
📁
Download volledig dossier (ZIP)