[Gepubliceerd: 2016-07-22] Oranje-Nassau Energie B.V. (hierna: ONE) en GDF SUEZ E&P Nederland B.V., thans ENGIE E&P Nederland B.V. (hierna: ENGIE) gezamenlijk zijn houder van de bij beschikking van de Minister van Economische Zaken (hierna: EZ), verleende opsporingsvergunning koolwaterstoffen, van 22 november 2010, met kenmerk: ETM/EM/10156801 ( Stcrt. 2010, nr. 18884 ) voor een deel van blok L11 (L11c), welk blok is aangeven op de als bijlage 3 van de Mijnbouwregeling gevoegde kaart. De oppervlakte van het blokdeel L11c bedraagt 179,2 km 2 ; ONE en ENGIE hebben per brief, gedateerd 11 november 2015, ontvangen 23 november 2015, ingevolge artikel 10 Mijnbouwwet (Mbw) een aanvraag ingediend voor een winningsvergunning voor koolwaterstoffen in blokdeel L11c voor de duur van 25 jaar. Gevraagd wordt ONE aan te wijzen als uitvoerder in de zin van artikel 22, vijfde lid, Mbw; Staatstoezicht op de mijnen (hierna: Sodm) heeft, op verzoek van de Minister van EZ, op 21 januari 2016 advies uitgebracht (kenmerk: 16006729); TNO adviesgroep EZ (hierna: TNO) heeft, op verzoek van de Minister van EZ, op 22 februari 2016 advies uitgebracht (kenmerk: AGE 16-10.017); EBN B.V. (hierna: EBN) heeft, op verzoek van de Minister van EZ, advies uitgebracht, gedateerd 12 februari 2016, ontvangen 25 februari 2016; de Mijnraad is op grond van artikel 105, derde lid, Mbw om advies gevraagd en heeft per brief van 27 juni 2016 advies uitgebracht (kenmerk: MIJR/16075623).
Jaar: 2016
Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat
Documenten: 1
📁
Download volledig dossier (ZIP)