[Gepubliceerd: 2016-08-11] Wintershall Noordzee B.V. (hierna: Wintershall), GDF SUEZ E&P Nederland B.V. (thans ENGIE E&P Nederland B.V., hierna: ENGIE), Rosewood Exploration Ltd. (hierna: Rosewood) en TAQA Offshore B.V. (hierna: Taqa) gezamenlijk zijn houder van de bij beschikking van de Minister van Economische Zaken (hierna: EZ), verleende opsporingsvergunning koolwaterstoffen, van 29 december 2009, met kenmerk: ET/EM/9222156 ( Stcrt. 2010, nr. 154 ) voor een deel van blok F17 (F17a-diep), welk blok is aangeven op de als bijlage 3 van de Mijnbouwregeling gevoegde kaart. De oppervlakte van het blokdeel F17a-diep bedraagt 386,4 km 2 ; Wintershall, ENGIE, Rosewood en Taqa hebben per brief, gedateerd 16 december 2014, ontvangen 22 december 2014, ingevolge artikel 10 Mijnbouwwet (Mbw) een aanvraag ingediend voor een winningsvergunning voor koolwaterstoffen in blokdeel F17a-diep. Gevraagd wordt Wintershall aan te wijzen als uitvoerder in de zin van artikel 22, vijfde lid, Mbw; Staatstoezicht op de mijnen (hierna: Sodm) heeft, op verzoek van de Minister van EZ, op 8 mei 2015 advies uitgebracht (kenmerk: 15064437); TNO adviesgroep EZ (hierna: TNO) heeft, op verzoek van de Minister van EZ, op 11 november 2015 advies uitgebracht (kenmerk: AGE 15-10.058); EBN B.V. (hierna: EBN) heeft, op verzoek van de Minister van EZ, op 12 november 2015 advies uitgebracht; de Mijnraad is op grond van artikel 105, derde lid, Mbw om advies gevraagd en heeft per brief van 1 februari 2016 advies uitgebracht (kenmerk: MIJR/16004472).
Jaar: 2016
Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat
Documenten: 1
📁
Download volledig dossier (ZIP)