Beschikking Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat

Project windpark De Drentse Monden en Oostermoer, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

[Gepubliceerd: 2018-04-06] Dat de initiatiefnemers Duurzame Energieproductie Exloermond B.V., Raedthuys Windenergie B.V. en Windpark Oostermoer Exploitatie B.V. hierna aan te duiden als: De initiatiefnemers van het windpark De Drentse Monden en Oostermoer, het voornemen hebben om een windpark te realiseren, welk voornemen hierna wordt aangeduid als het project windpark De Drentse Monden en Oostermoer; Dat het project windpark De Drentse Monden en Oostermoer wordt aangemerkt als de aanleg van een installatie voor de opwekking van duurzame elektriciteit met behulp van windenergie als bedoeld in artikel 9b, eerste lid, aanhef en onder a van de Elektriciteitswet 1998, zodat op de aanleg van dit project artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna Wro) van toepassing is; Dat dit onder meer betekent dat de voorbereiding en bekendmaking van diverse voor het project benodigde besluiten worden gecoerdineerd, overeenkomstig artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wro, waarbij de Minister van Economische Zaken en Klimaat met deze coerdinatie is belast; Dat, op grond van artikel 9d, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998, in artikel 1 van het Uitvoeringsbesluit rijkscoerdinatieregeling energie-infrastructuurprojecten (hierna: het Uitvoeringsbesluit) de besluiten zijn aangewezen die voor projecten als deze in ieder geval besluiten zijn als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel b van de Wro en zodoende worden meegenomen in de hiervoor bedoelde gecoerdineerde voorbereiding; Dat op grond van artikel 9d, tweede lid, van de Elektriciteitswet de Minister van Economische Zaken en Klimaat ten behoeve van de hiervoor bedoelde activiteiten tevens een of meer andere besluiten, dan de in het Uitvoeringsbesluit aangewezen besluiten, kan aanwijzen als besluiten als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel b van de Wro; Dat het met het oog op de daarvan te verwachten stroomlijning en versnelling van de besluitvorming wenselijk is te bepalen dat bepaalde besluiten die benodigd zijn voor realisatie van het project windpark De Drentse Monden en Oostermoer, die niet zijn aangewezen in artikel 1 van het Uitvoeringsbesluit, worden voorbereid met toepassing van de rijkscoerdinatieregeling; Gelet op: Artikel 9d, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 Besluit: Artikel 1 Inzake het project windpark De Drentse Monden en Oostermoer worden de volgende besluiten aangewezen als besluit als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet ruimtelijke ordening: a) het besluit als bedoeld in artikel 12.10 van de Provinciale Omgevingsverordening Drenthe; b) het besluit als bedoeld in artikel 4.20, tweede lid in combinatie met artikel 1.2 van de Omgevingsverordening Provincie Groningen 2016; c) het besluit als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken; d) het besluit als bedoeld in artikel 11, eerste lid, in samenhang met het vierde lid, van het Besluit bijzondere spoorwegen.
Jaar: 2018 Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat Documenten: 1

📁 Download volledig dossier (ZIP)

Attribuut Waarde
Identifier nl.mnre1045.2k.2018.28
Aanbieder (Naam) Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat
Titel Project windpark De Drentse Monden en Oostermoer, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Beschrijving Dat de initiatiefnemers Duurzame Energieproductie Exloermond B.V., Raedthuys Windenergie B.V. en Windpark Oostermoer Exploitatie B.V. hierna aan te duiden als: De initiatiefnemers van het windpark De Drentse Monden en Oostermoer, het voornemen hebben om een windpark te realiseren, welk voornemen hierna wordt aangeduid als het project windpark De Drentse Monden en Oostermoer; Dat het project windpark De Drentse Monden en Oostermoer wordt aangemerkt als de aanleg van een installatie voor de opwekking van duurzame elektriciteit met behulp van windenergie als bedoeld in artikel 9b, eerste lid, aanhef en onder a van de Elektriciteitswet 1998, zodat op de aanleg van dit project artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna Wro) van toepassing is; Dat dit onder meer betekent dat de voorbereiding en bekendmaking van diverse voor het project benodigde besluiten worden gecoerdineerd, overeenkomstig artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wro, waarbij de Minister van Economische Zaken en Klimaat met deze coerdinatie is belast; Dat, op grond van artikel 9d, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998, in artikel 1 van het Uitvoeringsbesluit rijkscoerdinatieregeling energie-infrastructuurprojecten (hierna: het Uitvoeringsbesluit) de besluiten zijn aangewezen die voor projecten als deze in ieder geval besluiten zijn als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel b van de Wro en zodoende worden meegenomen in de hiervoor bedoelde gecoerdineerde voorbereiding; Dat op grond van artikel 9d, tweede lid, van de Elektriciteitswet de Minister van Economische Zaken en Klimaat ten behoeve van de hiervoor bedoelde activiteiten tevens een of meer andere besluiten, dan de in het Uitvoeringsbesluit aangewezen besluiten, kan aanwijzen als besluiten als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel b van de Wro; Dat het met het oog op de daarvan te verwachten stroomlijning en versnelling van de besluitvorming wenselijk is te bepalen dat bepaalde besluiten die benodigd zijn voor realisatie van het project windpark De Drentse Monden en Oostermoer, die niet zijn aangewezen in artikel 1 van het Uitvoeringsbesluit, worden voorbereid met toepassing van de rijkscoerdinatieregeling; Gelet op: Artikel 9d, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 Besluit: Artikel 1 Inzake het project windpark De Drentse Monden en Oostermoer worden de volgende besluiten aangewezen als besluit als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet ruimtelijke ordening: a) het besluit als bedoeld in artikel 12.10 van de Provinciale Omgevingsverordening Drenthe; b) het besluit als bedoeld in artikel 4.20, tweede lid in combinatie met artikel 1.2 van de Omgevingsverordening Provincie Groningen 2016; c) het besluit als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken; d) het besluit als bedoeld in artikel 11, eerste lid, in samenhang met het vierde lid, van het Besluit bijzondere spoorwegen.
Thema Natuur en milieu | Energie
Publicatiedatum 2018-04-06
Jaar 2018
Type 2k - Beschikking
Aanbieder (Code) mnre1045
Totaal aantal documenten 1
Bron Originele publicatie
Verkregen op 2024-01-23
Aantal pagina's in dossier 2