Beschikking Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat

Voornemen tot realisatie van project windpark N33

[Gepubliceerd: 2019-09-20] Dat Windpark Vermeer BV het voornemen heeft om een deel van windpark N33 te realiseren, welk voornemen hierna wordt aangeduid als het project windpark N33; Dat windpark N33 wordt aangemerkt als de aanleg van een installatie voor de opwekking van duurzame elektriciteit met behulp van windenergie, met inbegrip van de aansluiting van die installatie op een net, als bedoeld in artikel 9b, eerste lid, aanhef en onder a, van de Elektriciteitswet 1998, zodat op de realisatie van dit project artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) van toepassing is; Dat dit onder meer betekent dat de voorbereiding en bekendmaking van diverse voor het project benodigde besluiten worden gecoerdineerd, overeenkomstig artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wro, waarbij de Minister van Economische Zaken en Klimaat met deze coerdinatie is belast; Dat Windpark Vermeer BV voornemens is een verlenging van de ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming, onderdeel soorten, aan te vragen, omdat deze benodigd is voor de realisatie van het project; Dat, op grond van artikel 9d, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998, gelezen in samenhang met artikel 1 van het Uitvoeringsbesluit rijkscoerdinatieregeling energie-infrastructuurprojecten (hierna: het Uitvoeringsbesluit) een besluit als bedoeld in artikel 9d, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 in ieder geval een besluit is als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder b van de Wro en zodoende wordt meegenomen in de hiervoor bedoelde gecoerdineerde voorbereiding; Dat op grond van artikel 9d, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 de Minister van Economische Zaken en Klimaat kan bepalen dat het desbetreffende, hiervoor bedoelde, besluit, in afwijking van het voorgaande niet als besluit als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Wro wordt aangemerkt, en daarmee niet in de gecoerdineerde voorbereiding wordt betrokken, wanneer dat besluit de gecoerdineerde voorbereiding van de benodigde besluiten zou belemmeren of ernstig zou bemoeilijken; Dat het meecoerdineren van het bovengenoemde besluit de procedure bedoeld in artikel 9d, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 zou belemmeren of ernstig bemoeilijken, omdat het tot stand komen van het besluit in dit geval door de openbare voorbereidingsprocedure zou worden vertraagd, en de initiatiefnemer voornemens is om zo snel mogelijk na het verlenen van het besluit uitvoering te geven aan de vergunde werkzaamheden; Dat het, gelet op het voorgaande, wenselijk is het hiervoor bedoelde besluit apart voor te bereiden van de overige benodigde besluiten; Gelet op: Artikel 9d, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998; Besluit: Artikel 1 Inzake het project windpark N33 wordt de verlenging van de ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming, onderdeel soorten, voor Windpark Vermeer BV, niet aangemerkt als besluit als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet ruimtelijke ordening.
Jaar: 2019 Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat Documenten: 1

📁 Download volledig dossier (ZIP)

Officiële publicaties
Attribuut Waarde
Identifier nl.mnre1045.2k.2019.164
Aanbieder (Naam) Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat
Titel Voornemen tot realisatie van project windpark N33
Beschrijving Dat Windpark Vermeer BV het voornemen heeft om een deel van windpark N33 te realiseren, welk voornemen hierna wordt aangeduid als het project windpark N33; Dat windpark N33 wordt aangemerkt als de aanleg van een installatie voor de opwekking van duurzame elektriciteit met behulp van windenergie, met inbegrip van de aansluiting van die installatie op een net, als bedoeld in artikel 9b, eerste lid, aanhef en onder a, van de Elektriciteitswet 1998, zodat op de realisatie van dit project artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) van toepassing is; Dat dit onder meer betekent dat de voorbereiding en bekendmaking van diverse voor het project benodigde besluiten worden gecoerdineerd, overeenkomstig artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wro, waarbij de Minister van Economische Zaken en Klimaat met deze coerdinatie is belast; Dat Windpark Vermeer BV voornemens is een verlenging van de ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming, onderdeel soorten, aan te vragen, omdat deze benodigd is voor de realisatie van het project; Dat, op grond van artikel 9d, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998, gelezen in samenhang met artikel 1 van het Uitvoeringsbesluit rijkscoerdinatieregeling energie-infrastructuurprojecten (hierna: het Uitvoeringsbesluit) een besluit als bedoeld in artikel 9d, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 in ieder geval een besluit is als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder b van de Wro en zodoende wordt meegenomen in de hiervoor bedoelde gecoerdineerde voorbereiding; Dat op grond van artikel 9d, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 de Minister van Economische Zaken en Klimaat kan bepalen dat het desbetreffende, hiervoor bedoelde, besluit, in afwijking van het voorgaande niet als besluit als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Wro wordt aangemerkt, en daarmee niet in de gecoerdineerde voorbereiding wordt betrokken, wanneer dat besluit de gecoerdineerde voorbereiding van de benodigde besluiten zou belemmeren of ernstig zou bemoeilijken; Dat het meecoerdineren van het bovengenoemde besluit de procedure bedoeld in artikel 9d, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 zou belemmeren of ernstig bemoeilijken, omdat het tot stand komen van het besluit in dit geval door de openbare voorbereidingsprocedure zou worden vertraagd, en de initiatiefnemer voornemens is om zo snel mogelijk na het verlenen van het besluit uitvoering te geven aan de vergunde werkzaamheden; Dat het, gelet op het voorgaande, wenselijk is het hiervoor bedoelde besluit apart voor te bereiden van de overige benodigde besluiten; Gelet op: Artikel 9d, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998; Besluit: Artikel 1 Inzake het project windpark N33 wordt de verlenging van de ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming, onderdeel soorten, voor Windpark Vermeer BV, niet aangemerkt als besluit als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet ruimtelijke ordening.
Thema Natuur en milieu | Energie
Publicatiedatum 2019-09-20
Jaar 2019
Type 2k - Beschikking
Aanbieder (Code) mnre1045
Totaal aantal documenten 1
Bron Originele publicatie
Verkregen op 2024-01-24
Aantal pagina's in dossier 2