Beschikking Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat

EemsEnergy Terminal, ruimtelijk besluit buiten toepassing laten rijkscoerdinatieregeling, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

[Gepubliceerd: 2022-07-01] dat de N.V. Nederlandse Gasunie (hierna: Gasunie) het voornemen heeft om het landelijke gastransportnet uit te breiden met behulp van twee aanvullende drijvende LNG-terminals in de Eemshaven, om het tot aardgas(kwaliteit) opgewerkte LNG te kunnen gebruiken en transporteren, welk voornemen hierna wordt aangeduid als het project Eems Energy Terminal; dat dit initiatief op grond van artikel 39b, eerste lid, onderdeel d van de Gaswet, onder de rijkscoerdinatieregeling valt, als bedoeld in artikel 3.35 van de Wet ruimtelijke ordening; dat de rijkscoerdinatieregeling, voor zover hier van belang, gelet op artikel 3.35, eerste lid, onderdeel c, van de Wet ruimtelijke ordening met zich brengt dat voor het hiervoor bedoelde project een inpassingsplan kan worden vastgesteld door de Minister voor Klimaat en Energie, (hierna: K&E) en de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (hierna: VRO), en dat de voorbereiding en bekendmaking van het inpassingsplan door de Minister voor K&E worden gecoerdineerd met de voorbereiding en bekendmaking met andere voor de uitvoering van het project benodigde besluiten; dat de Minister voor K&E, in afwijking van het voorgaande, op grond van artikel 39b, derde lid, van de Gaswet kan bepalen dat voor een bepaald project geen inpassingsplan wordt voorbereid; dat deze bevoegdheid kan worden toegepast indien, in aanmerking genomen de omvang, aard en ligging van de desbetreffende LNG-installatie, alsmede het aantal voor de aanleg of uitbreiding van de EemsEnergy Terminal benodigde besluiten, redelijkerwijze niet valt te verwachten dat vaststelling van een inpassingsplan als bedoeld in artikel 3.28 van de Wet ruimtelijke ordening, de besluitvorming in betekenende mate zal versnellen of daaraan anderszins aanmerkelijke voordelen zijn verbonden; dat deze situatie zich bij dit project voordoet, omdat de LNG-installatie wordt gerealiseerd in het publieke belang om de Nederlandse en Europese leveringszekerheid te verbeteren op de kortst mogelijke termijn. Dit is mede ingegeven door het streven om niet meer afhankelijk te zijn van de import van Russisch gas, een en ander zoals beschreven in de brieven van de Minister voor Klimaat en Energie (DGKE-E / 22090009 d.d. 14 maart 2022 en DGKE-E/22157983 d.d. 22 april 2022); dat de Minister het eerste niveau van gascrisis heeft afgekondigd (brief van de Minister voor Klimaat en Energie DGKE-E/22263267, d.d. 20 juni 2022); dat reeds intensief overleg plaatsvindt met de provincie Groningen, de gemeente Het Hogeland en Gasunie N.V. en alle partijen overtuigd zijn van de noodzaak van dit project voor leveringszekerheid en alle partijen zich tot het uiterste inspannen om de voor het project benodigde uitvoeringsbesluiten, waaronder een ruimtelijk besluit, op zo kort mogelijke termijn te nemen; dat er ook overigens geen bijzondere belemmeringen zijn die in de weg staan aan een voorspoedig verloop van de benodigde procedures, zonder dat een inpassingsplan door het Rijk wordt vastgesteld; dat alle partijen wel meerwaarde zien in een gecoerdineerde voorbereiding van de uitvoeringsbesluiten onder regie van de Minister omdat dit kan zorgen voor een efficientere en snellere besluitvorming (de zogenoemde uitvoeringsmodule); dat, gelet op het voorgaande, Gasunie N.V. bij de brief van 23 juni 2022 formeel heeft verzocht de rijkscoerdinatieregeling, voor wat betreft de vaststelling van een rijksinpassingsplan (zogenoemde ruimtelijke module) buiten toepassing te laten; dat vervolgens de bij het project betrokken bestuursorganen -Provincie Groningen, Omgevingsdienst Groningen, gemeente Het Hogeland, Waterschap Hunze en Aa, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Rijkswaterstaat -zijn gehoord over het voornemen de rijkscoerdinatieregeling gedeeltelijk buiten toepassing te laten; dat bij het project betrokken bestuursorganen bij het bestuurlijk overleg van 30 juni 2022 hebben aangegeven te kunnen instemmen met het voornemen; Gelet op: artikel 39b, derde lid aanhef en onderdeel c, Gaswet Besluit: Artikel 1 Inzake het in ontwikkeling zijnde EemsEnergy Terminal, voorzien in de Provincie Groningen, is uitsluitend de procedure, bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel b van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing op de besluitvorming.
Jaar: 2022 Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat Documenten: 1

📁 Download volledig dossier (ZIP)

Attribuut Waarde
Identifier nl.mnre1045.2k.2022.93
Aanbieder (Naam) Ministerie Van Economische Zaken En Klimaat
Titel EemsEnergy Terminal, ruimtelijk besluit buiten toepassing laten rijkscoerdinatieregeling, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Beschrijving dat de N.V. Nederlandse Gasunie (hierna: Gasunie) het voornemen heeft om het landelijke gastransportnet uit te breiden met behulp van twee aanvullende drijvende LNG-terminals in de Eemshaven, om het tot aardgas(kwaliteit) opgewerkte LNG te kunnen gebruiken en transporteren, welk voornemen hierna wordt aangeduid als het project Eems Energy Terminal; dat dit initiatief op grond van artikel 39b, eerste lid, onderdeel d van de Gaswet, onder de rijkscoerdinatieregeling valt, als bedoeld in artikel 3.35 van de Wet ruimtelijke ordening; dat de rijkscoerdinatieregeling, voor zover hier van belang, gelet op artikel 3.35, eerste lid, onderdeel c, van de Wet ruimtelijke ordening met zich brengt dat voor het hiervoor bedoelde project een inpassingsplan kan worden vastgesteld door de Minister voor Klimaat en Energie, (hierna: K&E) en de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (hierna: VRO), en dat de voorbereiding en bekendmaking van het inpassingsplan door de Minister voor K&E worden gecoerdineerd met de voorbereiding en bekendmaking met andere voor de uitvoering van het project benodigde besluiten; dat de Minister voor K&E, in afwijking van het voorgaande, op grond van artikel 39b, derde lid, van de Gaswet kan bepalen dat voor een bepaald project geen inpassingsplan wordt voorbereid; dat deze bevoegdheid kan worden toegepast indien, in aanmerking genomen de omvang, aard en ligging van de desbetreffende LNG-installatie, alsmede het aantal voor de aanleg of uitbreiding van de EemsEnergy Terminal benodigde besluiten, redelijkerwijze niet valt te verwachten dat vaststelling van een inpassingsplan als bedoeld in artikel 3.28 van de Wet ruimtelijke ordening, de besluitvorming in betekenende mate zal versnellen of daaraan anderszins aanmerkelijke voordelen zijn verbonden; dat deze situatie zich bij dit project voordoet, omdat de LNG-installatie wordt gerealiseerd in het publieke belang om de Nederlandse en Europese leveringszekerheid te verbeteren op de kortst mogelijke termijn. Dit is mede ingegeven door het streven om niet meer afhankelijk te zijn van de import van Russisch gas, een en ander zoals beschreven in de brieven van de Minister voor Klimaat en Energie (DGKE-E / 22090009 d.d. 14 maart 2022 en DGKE-E/22157983 d.d. 22 april 2022); dat de Minister het eerste niveau van gascrisis heeft afgekondigd (brief van de Minister voor Klimaat en Energie DGKE-E/22263267, d.d. 20 juni 2022); dat reeds intensief overleg plaatsvindt met de provincie Groningen, de gemeente Het Hogeland en Gasunie N.V. en alle partijen overtuigd zijn van de noodzaak van dit project voor leveringszekerheid en alle partijen zich tot het uiterste inspannen om de voor het project benodigde uitvoeringsbesluiten, waaronder een ruimtelijk besluit, op zo kort mogelijke termijn te nemen; dat er ook overigens geen bijzondere belemmeringen zijn die in de weg staan aan een voorspoedig verloop van de benodigde procedures, zonder dat een inpassingsplan door het Rijk wordt vastgesteld; dat alle partijen wel meerwaarde zien in een gecoerdineerde voorbereiding van de uitvoeringsbesluiten onder regie van de Minister omdat dit kan zorgen voor een efficientere en snellere besluitvorming (de zogenoemde uitvoeringsmodule); dat, gelet op het voorgaande, Gasunie N.V. bij de brief van 23 juni 2022 formeel heeft verzocht de rijkscoerdinatieregeling, voor wat betreft de vaststelling van een rijksinpassingsplan (zogenoemde ruimtelijke module) buiten toepassing te laten; dat vervolgens de bij het project betrokken bestuursorganen -Provincie Groningen, Omgevingsdienst Groningen, gemeente Het Hogeland, Waterschap Hunze en Aa, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Rijkswaterstaat -zijn gehoord over het voornemen de rijkscoerdinatieregeling gedeeltelijk buiten toepassing te laten; dat bij het project betrokken bestuursorganen bij het bestuurlijk overleg van 30 juni 2022 hebben aangegeven te kunnen instemmen met het voornemen; Gelet op: artikel 39b, derde lid aanhef en onderdeel c, Gaswet Besluit: Artikel 1 Inzake het in ontwikkeling zijnde EemsEnergy Terminal, voorzien in de Provincie Groningen, is uitsluitend de procedure, bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel b van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing op de besluitvorming.
Thema Natuur en milieu | Energie
Publicatiedatum 2022-07-01
Jaar 2022
Type 2k - Beschikking
Aanbieder (Code) mnre1045
Totaal aantal documenten 1
Bron Originele publicatie
Verkregen op 2024-01-24
Aantal pagina's in dossier 2