Advies Raad van State

Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende regels voor aanvulling van de grondslag van de regulerende mineralenheffingen met voorraden dierlijke of overige organische meststoffen (Besluit voorraden Meststoffenwet 2004).

[Gepubliceerd: 2019-01-28] Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende regels voor aanvulling van de grondslag van de regulerende mineralenheffingen met voorraden dierlijke of overige organische meststoffen (Besluit voorraden Meststoffenwet 2004).Bij Kabinetsmissive van 14 augustus 2003, no.03.003216, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende regels voor aanvulling van de grondslag van de regulerende mineralenheffingen met voorraden dierlijke of overige organische meststoffen (Besluit voorraden Meststoffenwet 2004).Het ontwerpbesluit behelst een vereenvoudiging van het geldende Besluit voorraden Meststoffenwet. Het gaat om de regeling van de gevallen waarin mestvoorraden als aftrekpost bij de berekening van de regulerende mineralenheffing kunnen worden betrokken en van de wijze waarop van die faciliteit gebruik kan worden gemaakt. De vereenvoudiging bestaat vooral in een versoepeling van de regeling voor intermediairs en aanvoerende (akkerbouw)bedrijven. Voortaan zal de mest die binnen een bedrijf van de ene mestopslag naar de andere wordt vervoerd niet meer behoeven te worden gewogen, bemonsterd en geanalyseerd. Hetzelfde geldt voor de mest die mestaanvoerende bedrijven vanuit de eigen mestopslag op hun bedrijf aanwenden. De Raad van State kan zich met de strekking van het ontwerpbesluit verenigen maar plaatst kanttekeningen met het oog op de herijking van het mineralenaangiftesysteem en met betrekking tot de effectiviteit.1. In paragraaf 8 van de memorie van toelichting wordt erop gewezen dat de wetgever ervoor heeft gekozen voorraden in beginsel buiten de heffingsgrondslag te laten vanwege de grotere sturingskracht die daardoor wordt verkregen en dat die keuze voor het ontwerpbesluit als uitgangspunt geldt. De mogelijkheid om voorraden in het mineralenaangiftesysteem mee te nemen zal, zo wordt vervolgd, "worden bekeken in het kader van de herijking van het systeem in het licht van het arrest van het Europese Hof in de inbreukprocedure inzake de Nitraatrichtlijn, de afspraken (bedoeld worden ook de nog te maken nadere afspraken) met de Commissie inzake de derogatie, de uitkomst van de lopende evaluatie en de noodzakelijke reductie van administratieve lasten en uitvoeringslasten".(zie noot 1),(zie noot 2) De Raad neemt aan dat ook het ontwerpbesluit in de bedoelde herijking zal worden betrokken, zeker nu wordt verwacht dat als gevolg van de bij dit ontwerpbesluit doorgevoerde vereenvoudiging meer bedrijven en ondernemingen zullen besluiten om gebruik te maken van de mogelijkheid voorraden bij de aangifte voor de regulerende mineralenheffing te betrekken (paragraaf 7. Uitvoering en handhaving). De toelichting behoeft in die zin aanvulling.2. Eén van de beoogde lastenverlichtingen is het vervallen van de verplichting van een mestaanvoerend (akkerbouw)bedrijf om de aanwending van de aangevoerde mest op zijn grond uit de eigen mestopslag te wegen, te bemonsteren en te analyseren. Het moet daarbij gaan om opslagen die daadwerkelijk en exclusief bij het bedrijf in gebruik zijn (artikel 7, eerste lid, paragraaf 3.2, Berekening van de voorraden, van de nota van toelichting). Dat betekent dat de mest die wordt aangewend uit een gezamenlijke mestopslag nog altijd moet worden gewogen, bemonsterd en geanalyseerd (paragraaf 8 van de nota van toelichting). Aangezien gezamenlijke mestopslag door akkerbouwers bedrijfseconomisch gezien voor de hand ligt en ook betere mogelijkheden biedt om de aangevoerde mest door middel van mengen tot de gewenste gehalten te verrijken, zal het effect van deze versoepeling wellicht naar verhouding beperkt zijn. In de nota van toelichting zal hierop nader moeten worden ingegaan.3. Voor redactionele kanttekeningen verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage.De Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.De Vice-President van de Raad van State
Jaar: 2019 Raad van State Documenten: 1

📁 Download volledig dossier (ZIP)

Documenten (1)
Attribuut Waarde
Identifier nl.oorg10008.2e.2019.2572
Aanbieder (Naam) Raad van State
Titel Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende regels voor aanvulling van de grondslag van de regulerende mineralenheffingen met voorraden dierlijke of overige organische meststoffen (Besluit voorraden Meststoffenwet 2004).
Beschrijving Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende regels voor aanvulling van de grondslag van de regulerende mineralenheffingen met voorraden dierlijke of overige organische meststoffen (Besluit voorraden Meststoffenwet 2004).Bij Kabinetsmissive van 14 augustus 2003, no.03.003216, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende regels voor aanvulling van de grondslag van de regulerende mineralenheffingen met voorraden dierlijke of overige organische meststoffen (Besluit voorraden Meststoffenwet 2004).Het ontwerpbesluit behelst een vereenvoudiging van het geldende Besluit voorraden Meststoffenwet. Het gaat om de regeling van de gevallen waarin mestvoorraden als aftrekpost bij de berekening van de regulerende mineralenheffing kunnen worden betrokken en van de wijze waarop van die faciliteit gebruik kan worden gemaakt. De vereenvoudiging bestaat vooral in een versoepeling van de regeling voor intermediairs en aanvoerende (akkerbouw)bedrijven. Voortaan zal de mest die binnen een bedrijf van de ene mestopslag naar de andere wordt vervoerd niet meer behoeven te worden gewogen, bemonsterd en geanalyseerd. Hetzelfde geldt voor de mest die mestaanvoerende bedrijven vanuit de eigen mestopslag op hun bedrijf aanwenden. De Raad van State kan zich met de strekking van het ontwerpbesluit verenigen maar plaatst kanttekeningen met het oog op de herijking van het mineralenaangiftesysteem en met betrekking tot de effectiviteit.1. In paragraaf 8 van de memorie van toelichting wordt erop gewezen dat de wetgever ervoor heeft gekozen voorraden in beginsel buiten de heffingsgrondslag te laten vanwege de grotere sturingskracht die daardoor wordt verkregen en dat die keuze voor het ontwerpbesluit als uitgangspunt geldt. De mogelijkheid om voorraden in het mineralenaangiftesysteem mee te nemen zal, zo wordt vervolgd, "worden bekeken in het kader van de herijking van het systeem in het licht van het arrest van het Europese Hof in de inbreukprocedure inzake de Nitraatrichtlijn, de afspraken (bedoeld worden ook de nog te maken nadere afspraken) met de Commissie inzake de derogatie, de uitkomst van de lopende evaluatie en de noodzakelijke reductie van administratieve lasten en uitvoeringslasten".(zie noot 1),(zie noot 2) De Raad neemt aan dat ook het ontwerpbesluit in de bedoelde herijking zal worden betrokken, zeker nu wordt verwacht dat als gevolg van de bij dit ontwerpbesluit doorgevoerde vereenvoudiging meer bedrijven en ondernemingen zullen besluiten om gebruik te maken van de mogelijkheid voorraden bij de aangifte voor de regulerende mineralenheffing te betrekken (paragraaf 7. Uitvoering en handhaving). De toelichting behoeft in die zin aanvulling.2. Eén van de beoogde lastenverlichtingen is het vervallen van de verplichting van een mestaanvoerend (akkerbouw)bedrijf om de aanwending van de aangevoerde mest op zijn grond uit de eigen mestopslag te wegen, te bemonsteren en te analyseren. Het moet daarbij gaan om opslagen die daadwerkelijk en exclusief bij het bedrijf in gebruik zijn (artikel 7, eerste lid, paragraaf 3.2, Berekening van de voorraden, van de nota van toelichting). Dat betekent dat de mest die wordt aangewend uit een gezamenlijke mestopslag nog altijd moet worden gewogen, bemonsterd en geanalyseerd (paragraaf 8 van de nota van toelichting). Aangezien gezamenlijke mestopslag door akkerbouwers bedrijfseconomisch gezien voor de hand ligt en ook betere mogelijkheden biedt om de aangevoerde mest door middel van mengen tot de gewenste gehalten te verrijken, zal het effect van deze versoepeling wellicht naar verhouding beperkt zijn. In de nota van toelichting zal hierop nader moeten worden ingegaan.3. Voor redactionele kanttekeningen verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage.De Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.De Vice-President van de Raad van State
Publicatiedatum 2019-01-28
Jaar 2019
Type 2e - Advies
Aanbieder (Code) oorg10008
Totaal aantal documenten 1
Bron Originele publicatie
Verkregen op 2024-03-30
Aantal pagina's in dossier 5