Advies Raad van State

Voorstel van wet tot wijziging van de Mediawet in verband met aanpassing van de indexering van de rijksomroepbijdrage, met memorie van toelichting.

[Gepubliceerd: 2019-01-28] Voorstel van wet tot wijziging van de Mediawet in verband met aanpassing van de indexering van de rijksomroepbijdrage, met memorie van toelichting.Bij Kabinetsmissive van 27 december 2004, no.04.004836, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mr. M. C. van der Laan, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Mediawet in verband met aanpassing van de indexering van de rijksomroepbijdrage, met memorie van toelichting. Met het wetsvoorstel wordt hoofdzakelijk de wijziging beoogd van de indexeringsmethode ter berekening van de jaarlijks vast te stellen rijksomroepbijdrage. De Raad van State maakt naar aanleiding van het wetsvoorstel opmerkingen over de onderbouwing van de keuze voor de nieuwe systematiek en over de terugwerkende kracht. 1. Het huidige stelsel voor de berekening van de rijksomroepbijdrage dateert uit 1998. Daarbij werd aansluiting gezocht bij de voordien reeds geldende door de Dienst omroepbijdragen gehanteerde indexeringssystematiek.(zie noot 1) In de bij het wetsvoorstel behorende memorie van toelichting wordt de gelijkschakeling van de sector media met andere sectoren genoemd als reden voor de wijziging van de indexeringsmethode ter berekening van de jaarlijks vast te stellen rijksomroepbijdrage. Welke sectoren dat behalve twee in de toelichting genoemde onderwijssectoren zijn, wordt niet vermeld. De Raad adviseert de motivering op dit punt aan te vullen. 2. In de toelichting wordt vermeld dat de gevolgen van de wijziging van het als uitgangspunt voor de berekeningen te hanteren jaar waarop de nieuwe consumentenprijsindex wordt toegepast niet op voorhand te voorspellen zijn en dat die gevolgen afhangen van de raming van het Centraal Plan Bureau. Daarbij wordt aangegeven dat er voor 2005 een voordeel voor 's Rijks kas is. Hoewel daarbij wordt vermeld dat dit voor latere jaren ook net tegengesteld kan uitpakken, kan de Raad er niet aan voorbij gaan dat er door de voorgestelde wijziging voor de omroepen aanvankelijk een financieel nadelig effect optreedt. Zeker nu beoogd wordt het wetsvoorstel direct na de aanvang van het jaar waarin dat nadeel zich voordoet in werking te laten treden, vergt dit motivering. In de memorie van toelichting wordt gesteld, dat tegen terugwerkende kracht geen bezwaar behoeft te bestaan, omdat het voornemen tot de wijziging te voren ken- baar is gemaakt. De Raad acht deze motivering te algemeen van aard om daarmee terugwerkende kracht te rechtvaardigen. Het college adviseert de motivering te concretiseren, in het bijzonder door aan te geven of betrokkenen tijdig op de hoogte zijn gesteld van de voor hen financieel nadelige effecten. 3. Voor een redactionele kanttekening verwijst de Raad naar de bij het advies behorende bijlage. De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden. De Vice-President van de Raad van State
Jaar: 2019 Raad van State Documenten: 1

📁 Download volledig dossier (ZIP)

Documenten (1)
Attribuut Waarde
Identifier nl.oorg10008.2e.2019.2774
Aanbieder (Naam) Raad van State
Titel Voorstel van wet tot wijziging van de Mediawet in verband met aanpassing van de indexering van de rijksomroepbijdrage, met memorie van toelichting.
Beschrijving Voorstel van wet tot wijziging van de Mediawet in verband met aanpassing van de indexering van de rijksomroepbijdrage, met memorie van toelichting.Bij Kabinetsmissive van 27 december 2004, no.04.004836, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mr. M. C. van der Laan, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Mediawet in verband met aanpassing van de indexering van de rijksomroepbijdrage, met memorie van toelichting. Met het wetsvoorstel wordt hoofdzakelijk de wijziging beoogd van de indexeringsmethode ter berekening van de jaarlijks vast te stellen rijksomroepbijdrage. De Raad van State maakt naar aanleiding van het wetsvoorstel opmerkingen over de onderbouwing van de keuze voor de nieuwe systematiek en over de terugwerkende kracht. 1. Het huidige stelsel voor de berekening van de rijksomroepbijdrage dateert uit 1998. Daarbij werd aansluiting gezocht bij de voordien reeds geldende door de Dienst omroepbijdragen gehanteerde indexeringssystematiek.(zie noot 1) In de bij het wetsvoorstel behorende memorie van toelichting wordt de gelijkschakeling van de sector media met andere sectoren genoemd als reden voor de wijziging van de indexeringsmethode ter berekening van de jaarlijks vast te stellen rijksomroepbijdrage. Welke sectoren dat behalve twee in de toelichting genoemde onderwijssectoren zijn, wordt niet vermeld. De Raad adviseert de motivering op dit punt aan te vullen. 2. In de toelichting wordt vermeld dat de gevolgen van de wijziging van het als uitgangspunt voor de berekeningen te hanteren jaar waarop de nieuwe consumentenprijsindex wordt toegepast niet op voorhand te voorspellen zijn en dat die gevolgen afhangen van de raming van het Centraal Plan Bureau. Daarbij wordt aangegeven dat er voor 2005 een voordeel voor 's Rijks kas is. Hoewel daarbij wordt vermeld dat dit voor latere jaren ook net tegengesteld kan uitpakken, kan de Raad er niet aan voorbij gaan dat er door de voorgestelde wijziging voor de omroepen aanvankelijk een financieel nadelig effect optreedt. Zeker nu beoogd wordt het wetsvoorstel direct na de aanvang van het jaar waarin dat nadeel zich voordoet in werking te laten treden, vergt dit motivering. In de memorie van toelichting wordt gesteld, dat tegen terugwerkende kracht geen bezwaar behoeft te bestaan, omdat het voornemen tot de wijziging te voren ken- baar is gemaakt. De Raad acht deze motivering te algemeen van aard om daarmee terugwerkende kracht te rechtvaardigen. Het college adviseert de motivering te concretiseren, in het bijzonder door aan te geven of betrokkenen tijdig op de hoogte zijn gesteld van de voor hen financieel nadelige effecten. 3. Voor een redactionele kanttekening verwijst de Raad naar de bij het advies behorende bijlage. De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden. De Vice-President van de Raad van State
Publicatiedatum 2019-01-28
Jaar 2019
Type 2e - Advies
Aanbieder (Code) oorg10008
Totaal aantal documenten 1
Bron Originele publicatie
Verkregen op 2024-03-30
Aantal pagina's in dossier 3