Advies Raad van State

Ontwerpbesluit implementatie richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014.

[Gepubliceerd: 2019-08-08] Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft, het Besluit Markttoegang financiële ondernemingen Wft, het Besluit prudentiële regels Wft, het Besluit gereglementeerde markten Wft, het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector en het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten ter implementatie van richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van richtlijn 2002/92/EG en richtlijn 2011/61/EU (herschikking) (PbEU 2014, L 173), de gedelegeerde richtlijn (EU) 2017/593 van de Commissie van 7 april 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het vrijwaren van financiële instrumenten en geldmiddelen die aan cliënten toebehoren, productgovernanceverplichtingen en de regels die van toepassing zijn op het betalen of het ontvangen van provisies, commissies en geldelijke of niet-geldelijke tegemoetkomingen (PbEU 2017, L 87) en ter uitvoering van gedelegeerde verordening (EU) 2017/565 van de Commissie van 25 april 2016 houdende aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en wat betreft de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn (PbEU 2017, L 87) en verordening nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van verordening (EU) nr. 648/2012 (PbEU 2014, L 173) (Besluit implementatie richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014), met nota van toelichting.Bij Kabinetsmissive van 16 november 2017, no.2017001987, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft, het Besluit Markttoegang financiële ondernemingen Wft, het Besluit prudentiële regels Wft, het Besluit gereglementeerde markten Wft, het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector en het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten ter implementatie van richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van richtlijn 2002/92/EG en richtlijn 2011/61/EU (herschikking) (PbEU 2014, L 173), de gedelegeerde richtlijn (EU) 2017/593 van de Commissie van 7 april 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het vrijwaren van financiële instrumenten en geldmiddelen die aan cliënten toebehoren, productgovernanceverplichtingen en de regels die van toepassing zijn op het betalen of het ontvangen van provisies, commissies en geldelijke of niet-geldelijke tegemoetkomingen (PbEU 2017, L 87) en ter uitvoering van gedelegeerde verordening (EU) 2017/565 van de Commissie van 25 april 2016 houdende aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en wat betreft de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn (PbEU 2017, L 87) en verordening nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van verordening (EU) nr. 648/2012 (PbEU 2014, L 173) (Besluit implementatie richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014), met nota van toelichting.Het ontwerpbesluit ziet op wijziging van een aantal besluiten op grond van de Wet op het financieel toezicht (Wft) ter implementatie van de richtlijn 2014/65/EU (zie noot 1) (hierna: de richtlijn), Verordening (EU) nr. 600/2014 (zie noot 2) (hierna: de verordening) en een richtlijn (zie noot 3) en verordening (zie noot 4) die daarop gebaseerd zijn (hierna: gedelegeerde richtlijn, gedelegeerde verordening). Deze richtlijnen en verordeningen hebben tot doel meer transparantie in de Europese markten te bewerkstelligen, en het toezicht daarop te versterken.De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert het besluit vast te stellen, maar acht op onderdelen een dragende motivering of aanpassing van het ontwerpbesluit aangewezen. Het betreft opmerkingen over de vraag of betalingen die gelijktijdig met transactiekosten worden geïnd behouden mogen worden als betaling voor het onderzoek dat zij leveren, en de wijze waarop in het ontwerpbesluit wordt omgegaan met dynamische verwijzing naar Europese regels.1.Betalingen voor onderzoekDe gedelegeerde richtlijn bepaalt dat beleggingsondernemingen in bepaalde situaties een onderzoeksvergoeding bij de cliënt kunnen innen als onderdeel van de transactievergoeding. (zie noot 5) Het ontwerpbesluit werkt deze bepaling uit de gedelegeerde richtlijn niet uit; de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM) zou de aangewezen instantie zijn om over de redelijke uitleg van de bepaling een standpunt in te nemen. (zie noot 6)De Afdeling is van oordeel dat een redelijke uitleg van die gedelegeerde richtlijn meebrengt dat de beleggingsonderneming niet vrij kan beschikken over de onderzoeksvergoeding, maar in plaats daarvan die betaling separaat administreert en besteedt aan onderzoek. (zie noot 7) In dat licht bezien ligt het voor de hand dat het ontwerpbesluit daarover zelf uitsluitsel biedt en een oordeel daarover niet aan de AFM laat.De Afdeling adviseert naar aanleiding van het voorgaande het ontwerpbesluit aan te passen.2.Dynamische verwijzingen naar Europese regelsOp verscheidene plaatsen in het ontwerpbesluit worden normen niet uitgeschreven, maar wordt dynamisch verwezen naar de desbetreffende bepaling in de (gedelegeerde) richtlijn. Zo wordt bijvoorbeeld bepaald dat de bedrijfsvoering van een beleggingsonderneming moet voldoen aan artikel 16, tweede en vijfde lid, tweede alinea, van de richtlijn. (zie noot 8) Ook wordt verscheidene keren verwezen naar bepalingen in de (gedelegeerde) verordening. (zie noot 9)Verwijzing kan een geschikt instrument zijn voor de implementatie van bepalingen van Europese regelgeving, maar terughoudendheid is geboden met het oog op de eisen van kenbaarheid en rechtszekerheid. (zie noot 10) Wanneer wordt overwogen om te kiezen voor verwijzing naar bepalingen uit Europese regelgeving, dienen de verschillende voor- en nadelen hiervan tegen elkaar te worden afgewogen. De Afdeling mist een dergelijke afweging in de toelichting.Daarnaast wijst de Afdeling op de verplichting om bij dynamische verwijzing afzonderlijk in het ontwerpbesluit te bepalen vanaf welk tijdstip wijzigingen van de desbetreffende bepalingen van de richtlijn waarnaar in het ontwerpbesluit verwezen wordt, doorwerken in het Nederlandse recht. (zie noot 11)De Afdeling adviseert het ontwerpbesluit aan te passen met inachtneming van het vorenstaande.3. De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.De vice-president van de Raad van State
Jaar: 2019 Raad van State Documenten: 1

📁 Download volledig dossier (ZIP)

Documenten (1)
Attribuut Waarde
Identifier nl.oorg10008.2e.2019.3134
Aanbieder (Naam) Raad van State
Titel Ontwerpbesluit implementatie richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014.
Beschrijving Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft, het Besluit Markttoegang financiële ondernemingen Wft, het Besluit prudentiële regels Wft, het Besluit gereglementeerde markten Wft, het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector en het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten ter implementatie van richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van richtlijn 2002/92/EG en richtlijn 2011/61/EU (herschikking) (PbEU 2014, L 173), de gedelegeerde richtlijn (EU) 2017/593 van de Commissie van 7 april 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het vrijwaren van financiële instrumenten en geldmiddelen die aan cliënten toebehoren, productgovernanceverplichtingen en de regels die van toepassing zijn op het betalen of het ontvangen van provisies, commissies en geldelijke of niet-geldelijke tegemoetkomingen (PbEU 2017, L 87) en ter uitvoering van gedelegeerde verordening (EU) 2017/565 van de Commissie van 25 april 2016 houdende aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en wat betreft de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn (PbEU 2017, L 87) en verordening nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van verordening (EU) nr. 648/2012 (PbEU 2014, L 173) (Besluit implementatie richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014), met nota van toelichting.Bij Kabinetsmissive van 16 november 2017, no.2017001987, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft, het Besluit Markttoegang financiële ondernemingen Wft, het Besluit prudentiële regels Wft, het Besluit gereglementeerde markten Wft, het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector en het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten ter implementatie van richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van richtlijn 2002/92/EG en richtlijn 2011/61/EU (herschikking) (PbEU 2014, L 173), de gedelegeerde richtlijn (EU) 2017/593 van de Commissie van 7 april 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het vrijwaren van financiële instrumenten en geldmiddelen die aan cliënten toebehoren, productgovernanceverplichtingen en de regels die van toepassing zijn op het betalen of het ontvangen van provisies, commissies en geldelijke of niet-geldelijke tegemoetkomingen (PbEU 2017, L 87) en ter uitvoering van gedelegeerde verordening (EU) 2017/565 van de Commissie van 25 april 2016 houdende aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en wat betreft de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn (PbEU 2017, L 87) en verordening nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van verordening (EU) nr. 648/2012 (PbEU 2014, L 173) (Besluit implementatie richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014), met nota van toelichting.Het ontwerpbesluit ziet op wijziging van een aantal besluiten op grond van de Wet op het financieel toezicht (Wft) ter implementatie van de richtlijn 2014/65/EU (zie noot 1) (hierna: de richtlijn), Verordening (EU) nr. 600/2014 (zie noot 2) (hierna: de verordening) en een richtlijn (zie noot 3) en verordening (zie noot 4) die daarop gebaseerd zijn (hierna: gedelegeerde richtlijn, gedelegeerde verordening). Deze richtlijnen en verordeningen hebben tot doel meer transparantie in de Europese markten te bewerkstelligen, en het toezicht daarop te versterken.De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert het besluit vast te stellen, maar acht op onderdelen een dragende motivering of aanpassing van het ontwerpbesluit aangewezen. Het betreft opmerkingen over de vraag of betalingen die gelijktijdig met transactiekosten worden geïnd behouden mogen worden als betaling voor het onderzoek dat zij leveren, en de wijze waarop in het ontwerpbesluit wordt omgegaan met dynamische verwijzing naar Europese regels.1.Betalingen voor onderzoekDe gedelegeerde richtlijn bepaalt dat beleggingsondernemingen in bepaalde situaties een onderzoeksvergoeding bij de cliënt kunnen innen als onderdeel van de transactievergoeding. (zie noot 5) Het ontwerpbesluit werkt deze bepaling uit de gedelegeerde richtlijn niet uit; de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM) zou de aangewezen instantie zijn om over de redelijke uitleg van de bepaling een standpunt in te nemen. (zie noot 6)De Afdeling is van oordeel dat een redelijke uitleg van die gedelegeerde richtlijn meebrengt dat de beleggingsonderneming niet vrij kan beschikken over de onderzoeksvergoeding, maar in plaats daarvan die betaling separaat administreert en besteedt aan onderzoek. (zie noot 7) In dat licht bezien ligt het voor de hand dat het ontwerpbesluit daarover zelf uitsluitsel biedt en een oordeel daarover niet aan de AFM laat.De Afdeling adviseert naar aanleiding van het voorgaande het ontwerpbesluit aan te passen.2.Dynamische verwijzingen naar Europese regelsOp verscheidene plaatsen in het ontwerpbesluit worden normen niet uitgeschreven, maar wordt dynamisch verwezen naar de desbetreffende bepaling in de (gedelegeerde) richtlijn. Zo wordt bijvoorbeeld bepaald dat de bedrijfsvoering van een beleggingsonderneming moet voldoen aan artikel 16, tweede en vijfde lid, tweede alinea, van de richtlijn. (zie noot 8) Ook wordt verscheidene keren verwezen naar bepalingen in de (gedelegeerde) verordening. (zie noot 9)Verwijzing kan een geschikt instrument zijn voor de implementatie van bepalingen van Europese regelgeving, maar terughoudendheid is geboden met het oog op de eisen van kenbaarheid en rechtszekerheid. (zie noot 10) Wanneer wordt overwogen om te kiezen voor verwijzing naar bepalingen uit Europese regelgeving, dienen de verschillende voor- en nadelen hiervan tegen elkaar te worden afgewogen. De Afdeling mist een dergelijke afweging in de toelichting.Daarnaast wijst de Afdeling op de verplichting om bij dynamische verwijzing afzonderlijk in het ontwerpbesluit te bepalen vanaf welk tijdstip wijzigingen van de desbetreffende bepalingen van de richtlijn waarnaar in het ontwerpbesluit verwezen wordt, doorwerken in het Nederlandse recht. (zie noot 11)De Afdeling adviseert het ontwerpbesluit aan te passen met inachtneming van het vorenstaande.3. De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.De vice-president van de Raad van State
Publicatiedatum 2019-08-08
Jaar 2019
Type 2e - Advies
Aanbieder (Code) oorg10008
Totaal aantal documenten 1
Bron Originele publicatie
Verkregen op 2024-03-30
Aantal pagina's in dossier 5