Advies Raad van State

Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende regels voor de huisvesting en verzorging van legkippen (Legkippenbesluit 2003).

[Gepubliceerd: 2019-01-28] Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende regels voor de huisvesting en verzorging van legkippen (Legkippenbesluit 2003).Bij Kabinetsmissive van 2 april 2003, no.03.001437, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende regels voor de huisvesting en verzorging van legkippen (Legkippenbesluit 2003).Het ontwerpbesluit geeft uitvoering aan richtlijn nr.1999/74/EG van de Raad van de Europese Unie van 19 juli 1999 tot vaststelling van minimumnormen voor de bescherming van legkippen (PbEG L 203) (hierna: de richtlijn). Het ontwerpbesluit bevat in navolging van de richtlijn de minimumeisen voor de huisvesting van legkippen in kooien en in huisvestingssystemen die geen gebruik maken van kooien. Daarbij wordt gehandeld overeenkomstig het uitgangspunt van het Strategisch Akkoord van het (thans demissionaire) kabinet dat het Europees voorgeschreven minimumniveau voor nationale welzijnsvoorschriften wordt aangehouden. Eerder was door het vorige kabinet op 2 november 2001 een Legkippenbesluit met strengere normen dan de richtlijn vastgesteld, namelijk zonder een regeling voor het houden van legkippen in aangepaste kooien. De inwerkingtreding van dat besluit moest, nadat het was voorgehangen bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal, bij wet worden geregeld. Dat wetsvoorstel(zie noot 1) is mede als gevolg van de kabinetswisseling in 2002 niet verder behandeld. Evenals in het Legkippenbesluit van 2 november 2001 worden bij dit ontwerpbesluit ook het Besluit welzijn productiedieren en het Ingrepenbesluit aangepast. De Raad van State adviseert tot enkele aanvullingen in de nota van toelichting.1. Ingevolge artikel 15 treden de artikelen van het besluit in werking, althans wanneer de inwerkingtreding van het besluit na de voorhangprocedure bij de beide kamers der Staten-Generaal niet bij wet moet worden geregeld, op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen kan verschillen. In het vorige ontwerp-Legkippenbesluit kwam eenzelfde bepaling voor. Destijds heeft de Raad hierover de opmerking gemaakt dat de mogelijkheid van inwerkingtreding op verschillende tijdstippen motivering behoefde, temeer omdat de richtlijn op uiterlijk 1 januari 2002 moest zijn geïmplementeerd (advies van 21 september 2001, no.W11.01.0368/V, bijvoegsel Stcrt. van 8 januari 2002, nr.5). Naar aanleiding van dat advies is die inwerkingtredingsbepaling aangepast. Aan het slot van zijn spoedverzoek aan de Vice-President van de Raad van State van 26 maart 2003, kenmerk TRCJZ/2003/2049, geeft de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij aan dat de mogelijkheid om bepalingen van het ontwerpbesluit op verschillende tijdstippen in werking te laten treden ertoe strekt om de mogelijkheid van spoedige implementatie maximaal te vergroten. Naar het oordeel van de Raad behoort deze motivering een plaats te krijgen in de nota van toelichting waarbij tevens ware aan te geven aan welke mogelijke verschillen in inwerkingtreding van artikelen van het ontwerpbesluit wordt gedacht.2. Naar het de Raad voorkomt, heeft de vertraging van de implementatie van de richtlijn met ruim een jaar geen praktische gevolgen. Weliswaar wordt het verbod om een legbatterij in gebruik te nemen niet, zoals voorgeschreven in de richtlijn, met ingang van 1 januari 2003 van kracht doch met ingang van de inwerkingtreding van het besluit, maar het huisvesten van kippen in een legbatterij die na 1 januari 2003 in gebruik is genomen zal vanaf de inwerkingtredingsdatum verboden zijn. Ondernemers hebben na kennisneming van de nota van toelichting op het eerdere Legkippenbesluit (Stb. 2001, 545) kunnen weten dat een eventuele investering in een legbatterij in ieder geval na 1 januari 2003 niet meer rendabel zou zijn. Hiervan wordt ook uitgegaan in paragraaf 2. Inhoud besluit, van de nota van toelichting bij het ontwerpbesluit.De Raad beveelt aan in het licht van het vorenstaande de nota van toelichting aan te vullen.3. Voor redactionele kanttekeningen verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage.De Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.De Vice-President van de Raad van State
Jaar: 2019 Raad van State Documenten: 1

📁 Download volledig dossier (ZIP)

Documenten (1)
Attribuut Waarde
Identifier nl.oorg10008.2e.2019.3987
Aanbieder (Naam) Raad van State
Titel Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende regels voor de huisvesting en verzorging van legkippen (Legkippenbesluit 2003).
Beschrijving Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende regels voor de huisvesting en verzorging van legkippen (Legkippenbesluit 2003).Bij Kabinetsmissive van 2 april 2003, no.03.001437, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende regels voor de huisvesting en verzorging van legkippen (Legkippenbesluit 2003).Het ontwerpbesluit geeft uitvoering aan richtlijn nr.1999/74/EG van de Raad van de Europese Unie van 19 juli 1999 tot vaststelling van minimumnormen voor de bescherming van legkippen (PbEG L 203) (hierna: de richtlijn). Het ontwerpbesluit bevat in navolging van de richtlijn de minimumeisen voor de huisvesting van legkippen in kooien en in huisvestingssystemen die geen gebruik maken van kooien. Daarbij wordt gehandeld overeenkomstig het uitgangspunt van het Strategisch Akkoord van het (thans demissionaire) kabinet dat het Europees voorgeschreven minimumniveau voor nationale welzijnsvoorschriften wordt aangehouden. Eerder was door het vorige kabinet op 2 november 2001 een Legkippenbesluit met strengere normen dan de richtlijn vastgesteld, namelijk zonder een regeling voor het houden van legkippen in aangepaste kooien. De inwerkingtreding van dat besluit moest, nadat het was voorgehangen bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal, bij wet worden geregeld. Dat wetsvoorstel(zie noot 1) is mede als gevolg van de kabinetswisseling in 2002 niet verder behandeld. Evenals in het Legkippenbesluit van 2 november 2001 worden bij dit ontwerpbesluit ook het Besluit welzijn productiedieren en het Ingrepenbesluit aangepast. De Raad van State adviseert tot enkele aanvullingen in de nota van toelichting.1. Ingevolge artikel 15 treden de artikelen van het besluit in werking, althans wanneer de inwerkingtreding van het besluit na de voorhangprocedure bij de beide kamers der Staten-Generaal niet bij wet moet worden geregeld, op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen kan verschillen. In het vorige ontwerp-Legkippenbesluit kwam eenzelfde bepaling voor. Destijds heeft de Raad hierover de opmerking gemaakt dat de mogelijkheid van inwerkingtreding op verschillende tijdstippen motivering behoefde, temeer omdat de richtlijn op uiterlijk 1 januari 2002 moest zijn geïmplementeerd (advies van 21 september 2001, no.W11.01.0368/V, bijvoegsel Stcrt. van 8 januari 2002, nr.5). Naar aanleiding van dat advies is die inwerkingtredingsbepaling aangepast. Aan het slot van zijn spoedverzoek aan de Vice-President van de Raad van State van 26 maart 2003, kenmerk TRCJZ/2003/2049, geeft de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij aan dat de mogelijkheid om bepalingen van het ontwerpbesluit op verschillende tijdstippen in werking te laten treden ertoe strekt om de mogelijkheid van spoedige implementatie maximaal te vergroten. Naar het oordeel van de Raad behoort deze motivering een plaats te krijgen in de nota van toelichting waarbij tevens ware aan te geven aan welke mogelijke verschillen in inwerkingtreding van artikelen van het ontwerpbesluit wordt gedacht.2. Naar het de Raad voorkomt, heeft de vertraging van de implementatie van de richtlijn met ruim een jaar geen praktische gevolgen. Weliswaar wordt het verbod om een legbatterij in gebruik te nemen niet, zoals voorgeschreven in de richtlijn, met ingang van 1 januari 2003 van kracht doch met ingang van de inwerkingtreding van het besluit, maar het huisvesten van kippen in een legbatterij die na 1 januari 2003 in gebruik is genomen zal vanaf de inwerkingtredingsdatum verboden zijn. Ondernemers hebben na kennisneming van de nota van toelichting op het eerdere Legkippenbesluit (Stb. 2001, 545) kunnen weten dat een eventuele investering in een legbatterij in ieder geval na 1 januari 2003 niet meer rendabel zou zijn. Hiervan wordt ook uitgegaan in paragraaf 2. Inhoud besluit, van de nota van toelichting bij het ontwerpbesluit.De Raad beveelt aan in het licht van het vorenstaande de nota van toelichting aan te vullen.3. Voor redactionele kanttekeningen verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage.De Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.De Vice-President van de Raad van State
Publicatiedatum 2019-01-28
Jaar 2019
Type 2e - Advies
Aanbieder (Code) oorg10008
Totaal aantal documenten 1
Bron Originele publicatie
Verkregen op 2024-03-30
Aantal pagina's in dossier 3