Advies Raad van State

Voorstel van wet van de leden Van der Hoeven en Luchtenveld tot wijziging van de Gemeentewet (vrijstelling OZB voor substraatteelt).

[Gepubliceerd: 2019-10-09] Voorstel van wet van de leden Van der Hoeven en Luchtenveld tot wijziging van de Gemeentewet (vrijstelling OZB voor substraatteelt).Bij brief van de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 7 juli 2000, heeft de Tweede Kamer bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet met memorie van toelichting van de leden Van der Hoeven en Luchtenveld tot wijziging van het voorstel van wet van de leden Van der Hoeven en Luchtenveld tot wijziging van de Gemeentewet (vrijstelling OZB voor substraatteelt). Deze novelle is bedoeld om de inwerkingtredingsbepaling van het op 26 oktober 1999 door de Eerste Kamer der Staten-Generaal aangenomen voorstel van wet van de leden Van der Hoeven en Luchtenveld tot wijziging van de Gemeentewet (vrijstelling OZB voor substraatteelt; kamerstukken 26 423) (hierna: initiatiefvoorstel) te wijzigen. Onder meer als gevolg van de notificatieprocedure is de beoogde datum van inwerkingtreding, 1 januari 2000, inmiddels verstreken. Voorgesteld wordt aan het initiatiefvoorstel terugwerkende kracht toe te kennen tot en met 1 januari 2000. Het voorstel geeft de Raad van State aanleiding tot de volgende opmerkingen. 1. De waarden van de binnen de gemeente gelegen onroerende zaken vormen de verdelingsmaatstaf voor de te heffen onroerende-zaakbelastingen. Het verlenen van een vrijstelling ten behoeve van gronden waarop en de glasopstallen waarin bedrijfsmatig gewassen geteeld of gekweekt worden zonder de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken (substraatteelt) grijpt in deze verdelingsmaatstaf in. Dit leidt ertoe dat aanpassing van het belastingtarief in de gemeenten waar deze vrijstelling geldt, noodzakelijk wordt. De uit de beperking van de heffingsmaatstaf voortvloeiende verhoging van deze tarieven is niet met terugwerkende kracht mogelijk. Invoering met terugwerkende kracht van het initiatiefvoorstel begunstigt aan de ene kant de thans nog belastingplichtige substraattelers, maar bezwaart aan de andere kant de gemeenten waar deze substraattelers wonen of gevestigd zijn. Zoals de Raad reeds meermalen heeft opgemerkt dient behoudens uitzonderlijke gevallen aan bezwarende regelingen geen terugwerkende kracht te worden toegekend. Naar het oordeel van de Raad is in het onderhavige geval geen sprake van een dergelijk uitzonderlijk geval. Indien de bezwaarde gemeenten geen toereikende compensatie voor het verlies aan belastingcapaciteit geboden kan worden, dient de invoering van het initiatiefvoorstel met terugwerkende kracht ontraden te worden. Naar het oordeel van de Raad doet hieraan niet af, zoals in de toelichting is uiteengezet, dat via de inkomensmaatstaf in de algemene uitkering uit het Gemeentefonds deze gederfde inkomsten grotendeels vergoed worden en dat de gevolgen van de optredende herverdeling binnen het Gemeentefonds aanvaardbaar zijn. 2. In de toelichting wordt erop gewezen dat het mogelijk is dat gemeenten voor het belastingjaar 2000 al aanslagen onroerende-zaakbelastingen hebben opgelegd terzake van substraatteelt, en dat deze aanslagen door de desbetreffende gemeenten ambtshalve moeten worden ingetrokken. De Raad merkt op, dat het weliswaar mogelijk is ambtshalve belastingaanslagen te herzien, maar dat tegen deze ambtshalve herziening geen rechtsmiddelen openstaan. Naar het oordeel van de Raad is het noodzakelijk, dat indien het initiatiefvoorstel met terugwerkende kracht wordt ingevoerd de substraattelers in rechte moeten kunnen opkomen tegen het niet of niet juist toepassen van de vrijstelling voor substraatteelt. Dit zou bijvoorbeeld kunnen worden gerealiseerd in geval van reeds opgelegde aanslagen door het van rechtswege heropenen of verlengen van de bezwaartermijn tot zes weken na de inwerkingtreding van het initiatiefvoorstel voorzover de bezwaren betrekking hebben op de vrijstelling voor substraatteelt. De Vice-President van de Raad van State
Jaar: 2019 Raad van State Documenten: 1

📁 Download volledig dossier (ZIP)

Documenten (1)
Attribuut Waarde
Identifier nl.oorg10008.2e.2019.4066
Aanbieder (Naam) Raad van State
Titel Voorstel van wet van de leden Van der Hoeven en Luchtenveld tot wijziging van de Gemeentewet (vrijstelling OZB voor substraatteelt).
Beschrijving Voorstel van wet van de leden Van der Hoeven en Luchtenveld tot wijziging van de Gemeentewet (vrijstelling OZB voor substraatteelt).Bij brief van de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 7 juli 2000, heeft de Tweede Kamer bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet met memorie van toelichting van de leden Van der Hoeven en Luchtenveld tot wijziging van het voorstel van wet van de leden Van der Hoeven en Luchtenveld tot wijziging van de Gemeentewet (vrijstelling OZB voor substraatteelt). Deze novelle is bedoeld om de inwerkingtredingsbepaling van het op 26 oktober 1999 door de Eerste Kamer der Staten-Generaal aangenomen voorstel van wet van de leden Van der Hoeven en Luchtenveld tot wijziging van de Gemeentewet (vrijstelling OZB voor substraatteelt; kamerstukken 26 423) (hierna: initiatiefvoorstel) te wijzigen. Onder meer als gevolg van de notificatieprocedure is de beoogde datum van inwerkingtreding, 1 januari 2000, inmiddels verstreken. Voorgesteld wordt aan het initiatiefvoorstel terugwerkende kracht toe te kennen tot en met 1 januari 2000. Het voorstel geeft de Raad van State aanleiding tot de volgende opmerkingen. 1. De waarden van de binnen de gemeente gelegen onroerende zaken vormen de verdelingsmaatstaf voor de te heffen onroerende-zaakbelastingen. Het verlenen van een vrijstelling ten behoeve van gronden waarop en de glasopstallen waarin bedrijfsmatig gewassen geteeld of gekweekt worden zonder de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken (substraatteelt) grijpt in deze verdelingsmaatstaf in. Dit leidt ertoe dat aanpassing van het belastingtarief in de gemeenten waar deze vrijstelling geldt, noodzakelijk wordt. De uit de beperking van de heffingsmaatstaf voortvloeiende verhoging van deze tarieven is niet met terugwerkende kracht mogelijk. Invoering met terugwerkende kracht van het initiatiefvoorstel begunstigt aan de ene kant de thans nog belastingplichtige substraattelers, maar bezwaart aan de andere kant de gemeenten waar deze substraattelers wonen of gevestigd zijn. Zoals de Raad reeds meermalen heeft opgemerkt dient behoudens uitzonderlijke gevallen aan bezwarende regelingen geen terugwerkende kracht te worden toegekend. Naar het oordeel van de Raad is in het onderhavige geval geen sprake van een dergelijk uitzonderlijk geval. Indien de bezwaarde gemeenten geen toereikende compensatie voor het verlies aan belastingcapaciteit geboden kan worden, dient de invoering van het initiatiefvoorstel met terugwerkende kracht ontraden te worden. Naar het oordeel van de Raad doet hieraan niet af, zoals in de toelichting is uiteengezet, dat via de inkomensmaatstaf in de algemene uitkering uit het Gemeentefonds deze gederfde inkomsten grotendeels vergoed worden en dat de gevolgen van de optredende herverdeling binnen het Gemeentefonds aanvaardbaar zijn. 2. In de toelichting wordt erop gewezen dat het mogelijk is dat gemeenten voor het belastingjaar 2000 al aanslagen onroerende-zaakbelastingen hebben opgelegd terzake van substraatteelt, en dat deze aanslagen door de desbetreffende gemeenten ambtshalve moeten worden ingetrokken. De Raad merkt op, dat het weliswaar mogelijk is ambtshalve belastingaanslagen te herzien, maar dat tegen deze ambtshalve herziening geen rechtsmiddelen openstaan. Naar het oordeel van de Raad is het noodzakelijk, dat indien het initiatiefvoorstel met terugwerkende kracht wordt ingevoerd de substraattelers in rechte moeten kunnen opkomen tegen het niet of niet juist toepassen van de vrijstelling voor substraatteelt. Dit zou bijvoorbeeld kunnen worden gerealiseerd in geval van reeds opgelegde aanslagen door het van rechtswege heropenen of verlengen van de bezwaartermijn tot zes weken na de inwerkingtreding van het initiatiefvoorstel voorzover de bezwaren betrekking hebben op de vrijstelling voor substraatteelt. De Vice-President van de Raad van State
Publicatiedatum 2019-10-09
Jaar 2019
Type 2e - Advies
Aanbieder (Code) oorg10008
Totaal aantal documenten 1
Bron Originele publicatie
Verkregen op 2024-03-30
Aantal pagina's in dossier 3