Advies Raad van State

Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende regels ten aanzien van het prepareren van dieren (Besluit prepareren van dieren).

[Gepubliceerd: 2019-01-28] Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende regels ten aanzien van het prepareren van dieren (Besluit prepareren van dieren).Bij Kabinetsmissive van 24 februari 2000, no.00.000875, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit met nota van toelichting, houdende regels ten aanzien van het prepareren van dieren (Besluit prepareren van dieren).Het ontwerpbesluit strekt tot uitvoering van de artikelen 62 tot en met 64 van de Flora- en faunawet (hierna: de wet), die bepalingen bevatten ten aanzien van het prepareren van dieren. De hoofdregel, neergelegd in artikel 62, eerste lid, van de wet, stelt dat het verboden is dode dieren, behorende tot soorten waarop de wet van toepassing is, te prepareren zonder vergunning. Het ontwerpbesluit voorziet in de invulling van een aantal delegatiebepalingen om regels te stellen over de vergunning en om vrijstelling te verlenen van wettelijke verboden ten aanzien van preparatie van dieren. De Raad van State kan zich vinden in het ontwerpbesluit doch plaatst daarbij een aantal opmerkingen.1. Artikel 3 van het ontwerpbesluit stelt dat het preparateursexamen kennis bevat van de diersoorten die mogen worden geprepareerd en kennis van de wettelijke voorschriften ten aanzien van het prepareren van dieren. Uit de nota van toelichting blijkt dat het de bedoeling is onder laatstgenoemd onderdeel niet alleen de direct op het prepareren van dieren betrekking hebbende regelgeving te verstaan maar bijvoorbeeld ook regelgeving met betrekking tot het milieu (chemische stoffen) en met betrekking tot de destructie van dieren. De nota van toelichting vermeldt dat deze kennis ook op het examen getoetst dient te worden.(zie noot 1) Het college is, mede gelet op aanwijzing 214 van de Aanwijzingen voor de regelgeving van mening dat deze nadere vereisten voor het preparateursexamen in artikel 3 van het ontwerpbesluit zelf gesteld dienen te worden en niet in de toelichting. De Raad adviseert artikel 3 in deze zin aan te passen.2. Artikel 9 van het ontwerpbesluit stelt dat een vergunning of ontheffing als bedoeld in artikel 15 of 21 van de Vogelwet 1936, artikel 60 van de Jachtwet of artikel 25 van de Natuurbeschermingswet, met het oog op preparatie van dieren verleend, gelijkgesteld wordt aan een vergunning als bedoeld in artikel 62, eerste lid, van de wet. Blijkens de toelichting is beoogd, vanuit het oogpunt van handhaving, een omzetting van "oude" vergunningen naar "nieuwe" vergunningen te laten plaatsvinden. Uit de toelichting blijkt dat vrijwel alle "oude" vergunningen enontheffingen verleend zijn voor onbepaalde tijd. Omzetting kan echter naar het oordeel van de Raad niet betekenen dat, zoals de toelichting lijkt te indiceren, een vergunning die voorheen voor onbepaalde tijd is afgegeven, wordt omgezet in een vergunning voor bepaalde tijd.(zie noot 2) Een dergelijke omzetting vloeit niet voort uit de tekst van artikel 9 en zou in strijd komen met artikel 114, eerste lid, van de wet, op grond waarvan, behoudens voorzover zich een situatie voordoet als bedoeld in artikel 80 van de wet, vergunningen en ontheffingen van kracht blijven voor de tijd dat zij zijn verleend.Daarnaast stelt de toelichting ten algemene dat de betrokkene, na ommekomst van de termijn van zijn vergunning voor bepaalde tijd, een nieuwe vergunning moet aanvragen doch niet opnieuw een preparateursexamen hoeft af te leggen. Het college constateert dat artikel 116 van de wet, waar de minister zich in de toelichting op beroept, slechts van toepassing is op een vergunning verleend op grond van de Vogelwet 1936 ten behoeve van het prepareren van beschermde vogels. Ten aanzien van vergunningen en ontheffingen verleend op grond van de Jachtwet of de Natuurbeschermingswet is hieromtrent in dit artikel niets geregeld.Gelet op het voorgaande adviseert de Raad de toelichting op de vorenbedoelde punten aan de wet te conformeren.3. Voor redactionele kanttekeningen verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage.De Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.De Vice-President van de Raad van State
Jaar: 2019 Raad van State Documenten: 1

📁 Download volledig dossier (ZIP)

Documenten (1)
Attribuut Waarde
Identifier nl.oorg10008.2e.2019.4556
Aanbieder (Naam) Raad van State
Titel Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende regels ten aanzien van het prepareren van dieren (Besluit prepareren van dieren).
Beschrijving Ontwerpbesluit met nota van toelichting houdende regels ten aanzien van het prepareren van dieren (Besluit prepareren van dieren).Bij Kabinetsmissive van 24 februari 2000, no.00.000875, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit met nota van toelichting, houdende regels ten aanzien van het prepareren van dieren (Besluit prepareren van dieren).Het ontwerpbesluit strekt tot uitvoering van de artikelen 62 tot en met 64 van de Flora- en faunawet (hierna: de wet), die bepalingen bevatten ten aanzien van het prepareren van dieren. De hoofdregel, neergelegd in artikel 62, eerste lid, van de wet, stelt dat het verboden is dode dieren, behorende tot soorten waarop de wet van toepassing is, te prepareren zonder vergunning. Het ontwerpbesluit voorziet in de invulling van een aantal delegatiebepalingen om regels te stellen over de vergunning en om vrijstelling te verlenen van wettelijke verboden ten aanzien van preparatie van dieren. De Raad van State kan zich vinden in het ontwerpbesluit doch plaatst daarbij een aantal opmerkingen.1. Artikel 3 van het ontwerpbesluit stelt dat het preparateursexamen kennis bevat van de diersoorten die mogen worden geprepareerd en kennis van de wettelijke voorschriften ten aanzien van het prepareren van dieren. Uit de nota van toelichting blijkt dat het de bedoeling is onder laatstgenoemd onderdeel niet alleen de direct op het prepareren van dieren betrekking hebbende regelgeving te verstaan maar bijvoorbeeld ook regelgeving met betrekking tot het milieu (chemische stoffen) en met betrekking tot de destructie van dieren. De nota van toelichting vermeldt dat deze kennis ook op het examen getoetst dient te worden.(zie noot 1) Het college is, mede gelet op aanwijzing 214 van de Aanwijzingen voor de regelgeving van mening dat deze nadere vereisten voor het preparateursexamen in artikel 3 van het ontwerpbesluit zelf gesteld dienen te worden en niet in de toelichting. De Raad adviseert artikel 3 in deze zin aan te passen.2. Artikel 9 van het ontwerpbesluit stelt dat een vergunning of ontheffing als bedoeld in artikel 15 of 21 van de Vogelwet 1936, artikel 60 van de Jachtwet of artikel 25 van de Natuurbeschermingswet, met het oog op preparatie van dieren verleend, gelijkgesteld wordt aan een vergunning als bedoeld in artikel 62, eerste lid, van de wet. Blijkens de toelichting is beoogd, vanuit het oogpunt van handhaving, een omzetting van "oude" vergunningen naar "nieuwe" vergunningen te laten plaatsvinden. Uit de toelichting blijkt dat vrijwel alle "oude" vergunningen enontheffingen verleend zijn voor onbepaalde tijd. Omzetting kan echter naar het oordeel van de Raad niet betekenen dat, zoals de toelichting lijkt te indiceren, een vergunning die voorheen voor onbepaalde tijd is afgegeven, wordt omgezet in een vergunning voor bepaalde tijd.(zie noot 2) Een dergelijke omzetting vloeit niet voort uit de tekst van artikel 9 en zou in strijd komen met artikel 114, eerste lid, van de wet, op grond waarvan, behoudens voorzover zich een situatie voordoet als bedoeld in artikel 80 van de wet, vergunningen en ontheffingen van kracht blijven voor de tijd dat zij zijn verleend.Daarnaast stelt de toelichting ten algemene dat de betrokkene, na ommekomst van de termijn van zijn vergunning voor bepaalde tijd, een nieuwe vergunning moet aanvragen doch niet opnieuw een preparateursexamen hoeft af te leggen. Het college constateert dat artikel 116 van de wet, waar de minister zich in de toelichting op beroept, slechts van toepassing is op een vergunning verleend op grond van de Vogelwet 1936 ten behoeve van het prepareren van beschermde vogels. Ten aanzien van vergunningen en ontheffingen verleend op grond van de Jachtwet of de Natuurbeschermingswet is hieromtrent in dit artikel niets geregeld.Gelet op het voorgaande adviseert de Raad de toelichting op de vorenbedoelde punten aan de wet te conformeren.3. Voor redactionele kanttekeningen verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage.De Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.De Vice-President van de Raad van State
Publicatiedatum 2019-01-28
Jaar 2019
Type 2e - Advies
Aanbieder (Code) oorg10008
Totaal aantal documenten 1
Bron Originele publicatie
Verkregen op 2024-03-30
Aantal pagina's in dossier 4