Advies Raad van State

Ontwerpbesluit houdende regels met betrekking tot de basisregistratie ondergrond (Besluit basisregistratie ondergrond), met nota van toelichting.

[Gepubliceerd: 2019-01-28] Ontwerpbesluit houdende regels met betrekking tot de basisregistratie ondergrond (Besluit basisregistratie ondergrond), met nota van toelichting.Bij Kabinetsmissive van 3 juli 2017, no.2017001092, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Infrastructuur en Milieu, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit houdende regels met betrekking tot de basisregistratie ondergrond (Besluit basisregistratie ondergrond), met nota van toelichting.Het ontwerpbesluit geeft uitvoeringsregels bij de nieuwe Wet basisregistratie ondergrond. In een eerste tranche worden er documenten aangewezen als brondocument voor de registratie; op een later moment zal de lijst met brondocumenten verder worden aangevuld. Voorts wordt geregeld in welke gevallen bestuursorganen fouten in de basisregistratie niet hoeven te melden.De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert het besluit vast te stellen, maar acht op onderdelen een dragende motivering of aanpassing van het ontwerpbesluit aangewezen. Zo wordt niet uitgelegd waarom langjarige gegevensreeksen uit voorlopers van de basisregistratie niet allemaal zullen worden voortgezet. Verder krijgen bestuursorganen in één geval de bevoegdheid brondocumenten aan te wijzen, terwijl die bevoegdheid in de wet is voorbehouden aan de algemene maatregel van bestuur. Tenslotte is niet geregeld welke gegevens over mijnbouwvergunningen moeten worden opgenomen in de registratie.1.Verhouding met voorloper van de Basisregistratie ondergrondDe Wet basisregistratie ondergrond voorziet erin dat TNO, als beheerder van de Registratie Data en Informatie Nederlandse Ondergrond (DINO), actuele gegevens en modellen uit DINO aan de Minister verschaft en dat de Minister die gegevens en modellen inschrijft in de basisregistratie ondergrond. (zie noot 1) In de consultatie is er door TNO en andere organisaties op gewezen dat DINO gegevens bevat die nog wel eenmalig worden overgenomen in de basisregistratie ondergrond, maar daarin niet zullen worden bijgehouden, bijvoorbeeld omdat de Minister de metingen waaruit die gegevens voortkomen niet zal voortzetten. Deze organisaties merken op dat daarmee de doelstelling van de basisregistratie ondergrond (een verbeterde informatievoorziening) niet wordt gehaald. Voorts kan het volgens deze organisaties betekenen dat gegevens die langjarig zijn bijgehouden zullen verdwijnen. (zie noot 2)In de toelichting wordt op deze opmerkingen niet inhoudelijk gereageerd. Wel wordt opgemerkt dat alleen bestuursorganen als bronhouder kunnen optreden (de gegevens die niet worden voortgezet zijn afkomstig van private partijen) en dat niet-bestuursorganen gegevens kunnen aanleveren wanneer een bronhouder daar om vraagt. (zie noot 3) Het is echter niet helder of daarmee het probleem volledig wordt opgelost. Daarmee wordt niet duidelijk of een van de uitgangspunten bij het ontwerpen van de basisregistratie zal worden gerespecteerd. Dat uitgangspunt houdt in dat de bestaande registraties (DINO en het Bodem Informatie Systeem van Alterra) zullen worden omgevormd tot de basisregistratie ondergrond. (zie noot 4)Uit de consultatie blijkt dat er een groot verschil van mening bestaat tussen de regering en verschillende organisaties die direct betrokken zijn bij het verzamelen van gegevens over de ondergrond en dat de basisregistratie ondergrond volgens die organisaties minder gegevens zal bevatten van de voorloper DINO. De Afdeling adviseert inhoudelijk te motiveren waarom het geen bezwaar is om - in het licht van de standpunten die in de consultatie naar voren zijn gekomen - bepaalde gegevens niet in de basisregistratie bij te houden.2.Aanwijzing van brondocumentenHet register brondocumenten (onderdeel van de basisregistratie ondergrond) bevat authentieke gegevens die afkomstig zijn uit zogenaamde brondocumenten. (zie noot 5) Brondocumenten worden aangewezen bij algemene maatregel van bestuur. (zie noot 6) In de memorie van toelichting bij de wet werd uiteengezet dat het noodzakelijk is dat door limitatieve opsomming beperkingen worden gesteld aan het soort documenten dat als brondocument kan dienen. (zie noot 7) In het ontwerpbesluit wordt, als uitwerking van deze regelingsopdracht, een aantal brondocumenten aangewezen.Zo worden als brondocumenten aangewezen documenten over peilbuizen van een bestuursorgaan in een grondwatermonitoringput die aan een aantal criteria voldoen. Een van die criteria is dat de peilbuizen worden gebruikt voor ten minste een jaar. Echter, als de peilbuizen worden gebruikt voor minder dan een jaar kan het document toch als brondocument worden aangewezen, als dat naar het oordeel van het bestuursorgaan van belang is met het oog op een goede uitvoering van de registratie ondergrond. (zie noot 8)Deze bepaling houdt in feite in dat het bestuursorgaan bepaalt aan welke voorwaarden brondocumenten moeten voldoen. Dat is niet in overeenstemming met de wettelijke bepaling dat brondocumenten worden aangewezen bij algemene maatregel van bestuur. Het past voorts niet bij het uitgangspunt dat het aantal soorten brondocumenten beperkt moet blijven en het zou de uniformiteit van de basisregistratie kunnen aantasten.De voorgestelde bepaling lijkt in te houden dat sommige bestuursorganen waarde hechten aan het registreren van documenten over peilbuizen die voor minder dan een jaar worden gebruikt. Dat roept de vraag op of de termijn van een jaar wellicht te lang is.De Afdeling adviseert de mogelijkheid uit te sluiten dat het bestuursorgaan brondocumenten aanwijst, en de termijn van een jaar nader te bezien.3.Brondocumenten uit de mijnbouwsectora. De inhoud van het brondocumentIn het ontwerpbesluit worden als brondocumenten aangewezen: beschikkingen tot verlening, wijziging of intrekking van opsporings-, winnings- en opslagvergunningen op grond van de Mijnbouwwet, "waarvan mededeling is gedaan in de Staatscourant". (zie noot 9) De woorden "waarvan mededeling is gedaan in de Staatscourant" voegen op zichzelf niets toe: over alle beschikkingen waar het hier om gaat moet namelijk mededeling worden gedaan in de Staatscourant. (zie noot 10) Uit de toelichting blijkt dat feitelijk is bedoeld dat de beschikkingen als brondocument worden opgenomen in de vorm waarin zij in de Staatscourant worden gepubliceerd. (zie noot 11) Die norm is echter niet duidelijk: er is niet uitputtend geregeld welke gegevens over een beschikking in de Staatscourant moeten worden gepubliceerd. Volgens de toelichting gaat het om de beperkingen en voorschriften die aan de vergunning zijn verbonden. (zie noot 12) Dit zou in het ontwerpbesluit zelf kunnen worden bepaald.Verder is het de vraag of kan worden volstaan met het opnemen van gegevens over de beschikkingen die in het ontwerpbesluit worden omschreven. Die beschikkingen zijn namelijk vatbaar voor bezwaar en beroep. Uit de basisregistratie ondergrond zal ten minste moeten blijken welke mijnbouwvergunningen rechtens onaantastbaar zijn. Daarin voorziet het ontwerpbesluit niet.De Afdeling adviseert in het ontwerpbesluit vast te leggen welke gegevens over de mijnbouwvergunningen in brondocumenten moeten zijn opgenomen.b.De opsporingsvergunning van CO2-opslagcomplexenIn de opsomming van mijnbouwwetvergunningen ontbreekt de dusgeheten "opsporingsvergunning van CO2-opslagcomplexen". Dit type vergunning kan niet worden begrepen onder (gewone) opsporingsvergunningen, omdat die vergunningen alleen betrekking hebben op de winning van delfstoffen, en omdat de "opsporingsvergunning van CO2-opslagcomplexen" wetstechnisch een afzonderlijk begrip vormt. (zie noot 13) In de toelichting wordt niet ingegaan op de vraag of dit type vergunning bewust is uitgezonderd.De Afdeling adviseert hierop in de toelichting in te gaan en het ontwerpbesluit zo nodig aan te vullen.4. De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.De vice-president van de Raad van State
Jaar: 2019 Raad van State Documenten: 1

📁 Download volledig dossier (ZIP)

Documenten (1)
Attribuut Waarde
Identifier nl.oorg10008.2e.2019.4675
Aanbieder (Naam) Raad van State
Titel Ontwerpbesluit houdende regels met betrekking tot de basisregistratie ondergrond (Besluit basisregistratie ondergrond), met nota van toelichting.
Beschrijving Ontwerpbesluit houdende regels met betrekking tot de basisregistratie ondergrond (Besluit basisregistratie ondergrond), met nota van toelichting.Bij Kabinetsmissive van 3 juli 2017, no.2017001092, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Infrastructuur en Milieu, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit houdende regels met betrekking tot de basisregistratie ondergrond (Besluit basisregistratie ondergrond), met nota van toelichting.Het ontwerpbesluit geeft uitvoeringsregels bij de nieuwe Wet basisregistratie ondergrond. In een eerste tranche worden er documenten aangewezen als brondocument voor de registratie; op een later moment zal de lijst met brondocumenten verder worden aangevuld. Voorts wordt geregeld in welke gevallen bestuursorganen fouten in de basisregistratie niet hoeven te melden.De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert het besluit vast te stellen, maar acht op onderdelen een dragende motivering of aanpassing van het ontwerpbesluit aangewezen. Zo wordt niet uitgelegd waarom langjarige gegevensreeksen uit voorlopers van de basisregistratie niet allemaal zullen worden voortgezet. Verder krijgen bestuursorganen in één geval de bevoegdheid brondocumenten aan te wijzen, terwijl die bevoegdheid in de wet is voorbehouden aan de algemene maatregel van bestuur. Tenslotte is niet geregeld welke gegevens over mijnbouwvergunningen moeten worden opgenomen in de registratie.1.Verhouding met voorloper van de Basisregistratie ondergrondDe Wet basisregistratie ondergrond voorziet erin dat TNO, als beheerder van de Registratie Data en Informatie Nederlandse Ondergrond (DINO), actuele gegevens en modellen uit DINO aan de Minister verschaft en dat de Minister die gegevens en modellen inschrijft in de basisregistratie ondergrond. (zie noot 1) In de consultatie is er door TNO en andere organisaties op gewezen dat DINO gegevens bevat die nog wel eenmalig worden overgenomen in de basisregistratie ondergrond, maar daarin niet zullen worden bijgehouden, bijvoorbeeld omdat de Minister de metingen waaruit die gegevens voortkomen niet zal voortzetten. Deze organisaties merken op dat daarmee de doelstelling van de basisregistratie ondergrond (een verbeterde informatievoorziening) niet wordt gehaald. Voorts kan het volgens deze organisaties betekenen dat gegevens die langjarig zijn bijgehouden zullen verdwijnen. (zie noot 2)In de toelichting wordt op deze opmerkingen niet inhoudelijk gereageerd. Wel wordt opgemerkt dat alleen bestuursorganen als bronhouder kunnen optreden (de gegevens die niet worden voortgezet zijn afkomstig van private partijen) en dat niet-bestuursorganen gegevens kunnen aanleveren wanneer een bronhouder daar om vraagt. (zie noot 3) Het is echter niet helder of daarmee het probleem volledig wordt opgelost. Daarmee wordt niet duidelijk of een van de uitgangspunten bij het ontwerpen van de basisregistratie zal worden gerespecteerd. Dat uitgangspunt houdt in dat de bestaande registraties (DINO en het Bodem Informatie Systeem van Alterra) zullen worden omgevormd tot de basisregistratie ondergrond. (zie noot 4)Uit de consultatie blijkt dat er een groot verschil van mening bestaat tussen de regering en verschillende organisaties die direct betrokken zijn bij het verzamelen van gegevens over de ondergrond en dat de basisregistratie ondergrond volgens die organisaties minder gegevens zal bevatten van de voorloper DINO. De Afdeling adviseert inhoudelijk te motiveren waarom het geen bezwaar is om - in het licht van de standpunten die in de consultatie naar voren zijn gekomen - bepaalde gegevens niet in de basisregistratie bij te houden.2.Aanwijzing van brondocumentenHet register brondocumenten (onderdeel van de basisregistratie ondergrond) bevat authentieke gegevens die afkomstig zijn uit zogenaamde brondocumenten. (zie noot 5) Brondocumenten worden aangewezen bij algemene maatregel van bestuur. (zie noot 6) In de memorie van toelichting bij de wet werd uiteengezet dat het noodzakelijk is dat door limitatieve opsomming beperkingen worden gesteld aan het soort documenten dat als brondocument kan dienen. (zie noot 7) In het ontwerpbesluit wordt, als uitwerking van deze regelingsopdracht, een aantal brondocumenten aangewezen.Zo worden als brondocumenten aangewezen documenten over peilbuizen van een bestuursorgaan in een grondwatermonitoringput die aan een aantal criteria voldoen. Een van die criteria is dat de peilbuizen worden gebruikt voor ten minste een jaar. Echter, als de peilbuizen worden gebruikt voor minder dan een jaar kan het document toch als brondocument worden aangewezen, als dat naar het oordeel van het bestuursorgaan van belang is met het oog op een goede uitvoering van de registratie ondergrond. (zie noot 8)Deze bepaling houdt in feite in dat het bestuursorgaan bepaalt aan welke voorwaarden brondocumenten moeten voldoen. Dat is niet in overeenstemming met de wettelijke bepaling dat brondocumenten worden aangewezen bij algemene maatregel van bestuur. Het past voorts niet bij het uitgangspunt dat het aantal soorten brondocumenten beperkt moet blijven en het zou de uniformiteit van de basisregistratie kunnen aantasten.De voorgestelde bepaling lijkt in te houden dat sommige bestuursorganen waarde hechten aan het registreren van documenten over peilbuizen die voor minder dan een jaar worden gebruikt. Dat roept de vraag op of de termijn van een jaar wellicht te lang is.De Afdeling adviseert de mogelijkheid uit te sluiten dat het bestuursorgaan brondocumenten aanwijst, en de termijn van een jaar nader te bezien.3.Brondocumenten uit de mijnbouwsectora. De inhoud van het brondocumentIn het ontwerpbesluit worden als brondocumenten aangewezen: beschikkingen tot verlening, wijziging of intrekking van opsporings-, winnings- en opslagvergunningen op grond van de Mijnbouwwet, "waarvan mededeling is gedaan in de Staatscourant". (zie noot 9) De woorden "waarvan mededeling is gedaan in de Staatscourant" voegen op zichzelf niets toe: over alle beschikkingen waar het hier om gaat moet namelijk mededeling worden gedaan in de Staatscourant. (zie noot 10) Uit de toelichting blijkt dat feitelijk is bedoeld dat de beschikkingen als brondocument worden opgenomen in de vorm waarin zij in de Staatscourant worden gepubliceerd. (zie noot 11) Die norm is echter niet duidelijk: er is niet uitputtend geregeld welke gegevens over een beschikking in de Staatscourant moeten worden gepubliceerd. Volgens de toelichting gaat het om de beperkingen en voorschriften die aan de vergunning zijn verbonden. (zie noot 12) Dit zou in het ontwerpbesluit zelf kunnen worden bepaald.Verder is het de vraag of kan worden volstaan met het opnemen van gegevens over de beschikkingen die in het ontwerpbesluit worden omschreven. Die beschikkingen zijn namelijk vatbaar voor bezwaar en beroep. Uit de basisregistratie ondergrond zal ten minste moeten blijken welke mijnbouwvergunningen rechtens onaantastbaar zijn. Daarin voorziet het ontwerpbesluit niet.De Afdeling adviseert in het ontwerpbesluit vast te leggen welke gegevens over de mijnbouwvergunningen in brondocumenten moeten zijn opgenomen.b.De opsporingsvergunning van CO2-opslagcomplexenIn de opsomming van mijnbouwwetvergunningen ontbreekt de dusgeheten "opsporingsvergunning van CO2-opslagcomplexen". Dit type vergunning kan niet worden begrepen onder (gewone) opsporingsvergunningen, omdat die vergunningen alleen betrekking hebben op de winning van delfstoffen, en omdat de "opsporingsvergunning van CO2-opslagcomplexen" wetstechnisch een afzonderlijk begrip vormt. (zie noot 13) In de toelichting wordt niet ingegaan op de vraag of dit type vergunning bewust is uitgezonderd.De Afdeling adviseert hierop in de toelichting in te gaan en het ontwerpbesluit zo nodig aan te vullen.4. De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.De vice-president van de Raad van State
Publicatiedatum 2019-01-28
Jaar 2019
Type 2e - Advies
Aanbieder (Code) oorg10008
Totaal aantal documenten 1
Bron Originele publicatie
Verkregen op 2024-03-30
Aantal pagina's in dossier 6