Advies Raad van State

Verdrag inzake de bevordering en de wederzijdse bescherming van investeringen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Bulgarije, met Protocol; Sofia, 6 oktober 1999 (Trb.2000, 4), met toelichtende nota.

[Gepubliceerd: 2019-01-28] Verdrag inzake de bevordering en de wederzijdse bescherming van investeringen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Bulgarije, met Protocol; Sofia, 6 oktober 1999 (Trb.2000, 4), met toelichtende nota.Bij Kabinetsmissive van 10 maart 2000, no.00.001439, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Financiën, bij de Raad van State van het Koninkrijk ter overweging aanhangig gemaakt het Verdrag inzake de bevordering en de wederzijdse bescherming van investeringen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Bulgarije, met Protocol; Sofia, 6 oktober 1999 (Trb.2000, 4), met toelichtende nota. Het verdrag heeft tot doel de wederzijdse investeringen tussen Nederland en Bulgarije te beschermen en daarmee het doen van dergelijke investeringen te bevorderen. Het verdrag heeft de voor investeringsverdragen gebruikelijke inhoud en opbouw en vervangt een tussen Nederland en Bulgarije in 1988 gesloten investeringsverdrag (hierna: het oude verdrag).(zie noot 1) De Raad van State van het Koninkrijk ziet geen beletsel voor goedkeuring van het verdrag, maar plaatst daarbij evenwel de volgende kanttekening. 1. Ingevolge artikel 6, tweede lid, onder c, dient de schadeloosstelling in geval van nationalisering of onteigening van de investering gelijk te zijn aan de redelijke marktwaarde van de betrokken investering. Uit de toelichtende nota op het tegelijk met dit verdrag bij de Raad aanhangig gemaakte verdrag tussen Nederland en El Salvador (Trb.1999, 197), waarover de Raad heden eveneens advies uitbrengt, blijkt dat gewoonlijk de werkelijke waarde van de investering bepalend is. Ook in artikel 4, eerste lid, van het oude verdrag wordt de werkelijke waarde van de investering tot uitgangspunt genomen. Tevens blijkt uit artikel 6, onder c, van het verdrag tussen Nederland en El Salvador dat onderscheid gemaakt wordt tussen de redelijke marktwaarde ("fair market value") en de werkelijke marktwaarde ("genuine market value") van de investering. In de toelichting op het voorliggende verdrag wordt niet aangegeven waarom in dit geval uitgegaan wordt van de redelijke marktwaarde en wordt evenmin aangegeven aan de hand van welke criteria in concreto bepaald dient te worden of de marktwaarde van een investering al dan niet redelijk is. De Raad adviseert de toelichting op dit punt aan te vullen. 2. Voor een redactionele kanttekening verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage. De Raad van State van het Koninkrijk geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld Verdrag wordt overgelegd aan de beide Kamers der Staten-Generaal, aan de Staten van de Nederlandse Antillen en aan die van Aruba, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken. De Vice-President van de Raad van State van het Koninkrijk
Jaar: 2019 Raad van State Documenten: 1

📁 Download volledig dossier (ZIP)

Documenten (1)
Attribuut Waarde
Identifier nl.oorg10008.2e.2019.4718
Aanbieder (Naam) Raad van State
Titel Verdrag inzake de bevordering en de wederzijdse bescherming van investeringen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Bulgarije, met Protocol; Sofia, 6 oktober 1999 (Trb.2000, 4), met toelichtende nota.
Beschrijving Verdrag inzake de bevordering en de wederzijdse bescherming van investeringen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Bulgarije, met Protocol; Sofia, 6 oktober 1999 (Trb.2000, 4), met toelichtende nota.Bij Kabinetsmissive van 10 maart 2000, no.00.001439, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Financiën, bij de Raad van State van het Koninkrijk ter overweging aanhangig gemaakt het Verdrag inzake de bevordering en de wederzijdse bescherming van investeringen tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Bulgarije, met Protocol; Sofia, 6 oktober 1999 (Trb.2000, 4), met toelichtende nota. Het verdrag heeft tot doel de wederzijdse investeringen tussen Nederland en Bulgarije te beschermen en daarmee het doen van dergelijke investeringen te bevorderen. Het verdrag heeft de voor investeringsverdragen gebruikelijke inhoud en opbouw en vervangt een tussen Nederland en Bulgarije in 1988 gesloten investeringsverdrag (hierna: het oude verdrag).(zie noot 1) De Raad van State van het Koninkrijk ziet geen beletsel voor goedkeuring van het verdrag, maar plaatst daarbij evenwel de volgende kanttekening. 1. Ingevolge artikel 6, tweede lid, onder c, dient de schadeloosstelling in geval van nationalisering of onteigening van de investering gelijk te zijn aan de redelijke marktwaarde van de betrokken investering. Uit de toelichtende nota op het tegelijk met dit verdrag bij de Raad aanhangig gemaakte verdrag tussen Nederland en El Salvador (Trb.1999, 197), waarover de Raad heden eveneens advies uitbrengt, blijkt dat gewoonlijk de werkelijke waarde van de investering bepalend is. Ook in artikel 4, eerste lid, van het oude verdrag wordt de werkelijke waarde van de investering tot uitgangspunt genomen. Tevens blijkt uit artikel 6, onder c, van het verdrag tussen Nederland en El Salvador dat onderscheid gemaakt wordt tussen de redelijke marktwaarde ("fair market value") en de werkelijke marktwaarde ("genuine market value") van de investering. In de toelichting op het voorliggende verdrag wordt niet aangegeven waarom in dit geval uitgegaan wordt van de redelijke marktwaarde en wordt evenmin aangegeven aan de hand van welke criteria in concreto bepaald dient te worden of de marktwaarde van een investering al dan niet redelijk is. De Raad adviseert de toelichting op dit punt aan te vullen. 2. Voor een redactionele kanttekening verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage. De Raad van State van het Koninkrijk geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld Verdrag wordt overgelegd aan de beide Kamers der Staten-Generaal, aan de Staten van de Nederlandse Antillen en aan die van Aruba, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken. De Vice-President van de Raad van State van het Koninkrijk
Publicatiedatum 2019-01-28
Jaar 2019
Type 2e - Advies
Aanbieder (Code) oorg10008
Totaal aantal documenten 1
Bron Originele publicatie
Verkregen op 2024-03-30
Aantal pagina's in dossier 2