Advies Raad van State

Voorstel van wet met memorie van toelichting tot herstel van wetstechnische gebreken en leemten alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetten op het terrein van het Ministerie van Justitie (Reparatiewet I Justitie).

[Gepubliceerd: 2019-01-28] Voorstel van wet met memorie van toelichting tot herstel van wetstechnische gebreken en leemten alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetten op het terrein van het Ministerie van Justitie (Reparatiewet I Justitie).Bij Kabinetsmissive van 26 mei 2003, no.03.002230, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Justitie, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet met memorie van toelichting tot herstel van wetstechnische gebreken en leemten alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetten op het terrein van het Ministerie van Justitie (Reparatiewet I Justitie). Het wetsvoorstel beoogt een aantal onvolkomenheden in diverse wetten te repareren. De Raad van State is het in grote lijnen eens met het voorstel, maar is wel van oordeel dat enige onderdelen van het voorstel aangepast moeten worden. 1. Kantongerecht (artikel VI) In artikel VI, onder B, wordt de term het kantongerecht vervangen door de rechtbank. Deze wijziging wordt niet doorgevoerd in andere bepalingen, zoals bijvoorbeeld de artikelen 1, 2, 4 en 14 van het Reglement voor de pachtkamers, de artikelen 13a, eerste lid, en 26, vierde lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, artikel 1 van het Sociaal beleidskader reorganisaties zittende magistratuur, artikelen 3, eerste lid, 5, vierde lid, en 72, tweede lid, van de Wet militaire strafrechtspraak, artikel 21, onder 3, van de Wet oorlogsstrafrecht en artikel 663 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De Raad adviseert de gehele bestaande wetgeving te bezien op het gebruik van de term kantongerecht en de nodige aanpassingen voor te stellen. 2. Remigratiewet (artikel XI) Het oude artikel 8j, eerste lid, van de Remigratiewet somt een reeks artikelen van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Wet SUWI) op, die niet van toepassing zijn op de Remigratiewet. Voordat de Wet SUWI in werking trad, verklaarde artikel 8j van de Remigratiewet een aantal bepalingen uit de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 buiten toepassing. Met het vervallen van laatstgenoemde wet en het in werking treden van de Wet SUWI diende artikel 8j van de Remigratiewet inhoudelijk corresponderende bepalingen van de Wet SUWI uit te zonderen. In het wetsvoorstel wordt deze reeks ingrijpend gewijzigd. Verscheidene artikelen vallen nu niet meer onder de uitzondering en aan de uitzondering wordt een tiental artikelen toegevoegd. Volgens de toelichting betreft het hier de correctie van enige onjuistheden. Dit is echter een te summiere toelichting, gezien de complexiteit van de regeling en de substantiële wijziging. De Raad beveelt aan in de toelichting te expliciteren waarom nu andere artikelen van de Wet SUWI onder de uitzondering moeten vallen. 3. Huiszoeking (artikel XXVI) Ingevolge de wet van 20 juni 2002 tot aanpassing van het Wetboek van Strafvordering (WvSv) (herziening van het gerechtelijk vooronderzoek) is in het WvSv het begrip huiszoeking vervangen door doorzoeking. Bij die gelegenheid is in het WvSv de term huiszoeking op enkele plaatsen blijven staan. Het onderhavige wetsvoorstel beoogt dat verzuim te herstellen. Deze wijziging wordt echter ten onrechte elders niet doorgevoerd, zoals bijvoorbeeld in artikel 552a WvSv, artikel 39 van de Oorlogswet voor Nederland, artikel 16 van de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag, artikel 370 van het Wetboek van Strafrecht, artikel 18 van het Besluit Buitengewone Rechtspleging, artikel 9 van het Besluit politieke delinquenten 1945 en artikel 41 van het Tribunaalbesluit. De Raad beveelt aan om bestaande wetgeving op het gebruik van de term huiszoeking te bezien en in voorkomende gevallen de term te vervangen door doorzoeking. Voorzover dit bij sommige bepalingen mocht zijn nagelaten omdat ze in de praktijk niet meer worden toegepast, kan worden overwogen die bepalingen te laten vervallen. 4. Voor redactionele kanttekeningen verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage. De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden. De waarnemend Vice-President van de Raad van State
Jaar: 2019 Raad van State Documenten: 1

📁 Download volledig dossier (ZIP)

Documenten (1)
Attribuut Waarde
Identifier nl.oorg10008.2e.2019.874
Aanbieder (Naam) Raad van State
Titel Voorstel van wet met memorie van toelichting tot herstel van wetstechnische gebreken en leemten alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetten op het terrein van het Ministerie van Justitie (Reparatiewet I Justitie).
Beschrijving Voorstel van wet met memorie van toelichting tot herstel van wetstechnische gebreken en leemten alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetten op het terrein van het Ministerie van Justitie (Reparatiewet I Justitie).Bij Kabinetsmissive van 26 mei 2003, no.03.002230, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Justitie, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet met memorie van toelichting tot herstel van wetstechnische gebreken en leemten alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetten op het terrein van het Ministerie van Justitie (Reparatiewet I Justitie). Het wetsvoorstel beoogt een aantal onvolkomenheden in diverse wetten te repareren. De Raad van State is het in grote lijnen eens met het voorstel, maar is wel van oordeel dat enige onderdelen van het voorstel aangepast moeten worden. 1. Kantongerecht (artikel VI) In artikel VI, onder B, wordt de term het kantongerecht vervangen door de rechtbank. Deze wijziging wordt niet doorgevoerd in andere bepalingen, zoals bijvoorbeeld de artikelen 1, 2, 4 en 14 van het Reglement voor de pachtkamers, de artikelen 13a, eerste lid, en 26, vierde lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, artikel 1 van het Sociaal beleidskader reorganisaties zittende magistratuur, artikelen 3, eerste lid, 5, vierde lid, en 72, tweede lid, van de Wet militaire strafrechtspraak, artikel 21, onder 3, van de Wet oorlogsstrafrecht en artikel 663 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De Raad adviseert de gehele bestaande wetgeving te bezien op het gebruik van de term kantongerecht en de nodige aanpassingen voor te stellen. 2. Remigratiewet (artikel XI) Het oude artikel 8j, eerste lid, van de Remigratiewet somt een reeks artikelen van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Wet SUWI) op, die niet van toepassing zijn op de Remigratiewet. Voordat de Wet SUWI in werking trad, verklaarde artikel 8j van de Remigratiewet een aantal bepalingen uit de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 buiten toepassing. Met het vervallen van laatstgenoemde wet en het in werking treden van de Wet SUWI diende artikel 8j van de Remigratiewet inhoudelijk corresponderende bepalingen van de Wet SUWI uit te zonderen. In het wetsvoorstel wordt deze reeks ingrijpend gewijzigd. Verscheidene artikelen vallen nu niet meer onder de uitzondering en aan de uitzondering wordt een tiental artikelen toegevoegd. Volgens de toelichting betreft het hier de correctie van enige onjuistheden. Dit is echter een te summiere toelichting, gezien de complexiteit van de regeling en de substantiële wijziging. De Raad beveelt aan in de toelichting te expliciteren waarom nu andere artikelen van de Wet SUWI onder de uitzondering moeten vallen. 3. Huiszoeking (artikel XXVI) Ingevolge de wet van 20 juni 2002 tot aanpassing van het Wetboek van Strafvordering (WvSv) (herziening van het gerechtelijk vooronderzoek) is in het WvSv het begrip huiszoeking vervangen door doorzoeking. Bij die gelegenheid is in het WvSv de term huiszoeking op enkele plaatsen blijven staan. Het onderhavige wetsvoorstel beoogt dat verzuim te herstellen. Deze wijziging wordt echter ten onrechte elders niet doorgevoerd, zoals bijvoorbeeld in artikel 552a WvSv, artikel 39 van de Oorlogswet voor Nederland, artikel 16 van de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag, artikel 370 van het Wetboek van Strafrecht, artikel 18 van het Besluit Buitengewone Rechtspleging, artikel 9 van het Besluit politieke delinquenten 1945 en artikel 41 van het Tribunaalbesluit. De Raad beveelt aan om bestaande wetgeving op het gebruik van de term huiszoeking te bezien en in voorkomende gevallen de term te vervangen door doorzoeking. Voorzover dit bij sommige bepalingen mocht zijn nagelaten omdat ze in de praktijk niet meer worden toegepast, kan worden overwogen die bepalingen te laten vervallen. 4. Voor redactionele kanttekeningen verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage. De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden. De waarnemend Vice-President van de Raad van State
Publicatiedatum 2019-01-28
Jaar 2019
Type 2e - Advies
Aanbieder (Code) oorg10008
Totaal aantal documenten 1
Bron Originele publicatie
Verkregen op 2024-03-30
Aantal pagina's in dossier 3