[Gepubliceerd: 2014-04-23] Gelezen het verzoek van Air-Vision, ontvangen op 9 april 2014, contactpersoon de heer J. Dummer, tel.: 043 6042180, e-mail: info@air-vision.nl; Gezien het gegeven dat: lichte onbemande luchtvaartuigen (UAS) volgens artikel 20 van het Luchtverkeersreglement voorrang moeten verlenen aan al het andere luchtverkeer; dat dit mogelijk is door binnen zichtafstand van de piloot te blijven en naast de piloot nog een waarnemer te verplichten; uitvoerende regelgeving in ontwikkeling is en internationaal overeenstemming bestaat over de uitgangspunten voor beroepsmatig gebruik van UAS op veilige afstand van mensenmenigten en gebouwen; het verboden is om beroepsmatig deel te nemen aan het luchtverkeer met een UAS, tenzij hiervoor ontheffing is verleend; de piloot van Air-Vision beschikt over een door EuroUSC afgegeven BNUC-S-certificaat; Air-Vision voldoende kennis en ervaring heeft om op verantwoorde wijze een vlucht uit te voeren met haar UAS op de aangevraagde locatie; Air-Vision beschikt over een bedrijfshandboek dat weliswaar nog in ontwikkeling is, maar al wel alle essentiele procedures bevat die nodig zijn om veilig te kunnen werken met een UAS; Gelet op de artikelen 2.1, vierde lid, 3.21 en 5.5, derde lid, van de Wet luchtvaart; BESLUIT: Artikel 1 1.
Jaar: 2014
Ministerie Van Infrastructuur En Waterstaat
Documenten: 1
📁
Download volledig dossier (ZIP)