[Gepubliceerd: 2014-09-04] Gelezen het verzoek van Air-Vision ontvangen op 30 mei 2014 door tussenkomst van EuroUSC en de aanvullende gegevens, ontvangen per e-mail op 29 juni, 17 juli en 4 augustus 2014, contactpersoon de heer J. Dummer, tel.: 043 6042180, e-mail: info@air-vision.nl; Gezien het gegeven dat: lichte onbemande luchtvaartuigen volgens artikel 20 van het Luchtverkeersreglement voorrang moeten verlenen aan al het andere luchtverkeer; dat dit mogelijk is door binnen zichtafstand van de piloot te blijven en naast de piloot nog een waarnemer te verplichten; uitvoerende regelgeving in ontwikkeling is en internationaal overeenstemming bestaat over de uitgangspunten voor beroepsmatig gebruik van licht onbemande luchtvaartuigen op veilige afstand van mensenmenigten en gebouwen; EuroUSC in haar advies, kenmerk C0169 van 30 mei 2014, aangeeft dat Air-Vision voldoende kennis en ervaring heeft om op verantwoorde wijze een vlucht uit te voeren met haar UAS; de piloot van Air-Vision beschikt over een door EuroUSC afgegeven BNUC-S- certificaat; Air-Vision beschikt over een goedgekeurd operationeel handboek waarin de verantwoordelijkheden en procedures zijn vastgelegd; voor het lichte onbemande luchtvaartuig van het type DJI S800 (registratie PH-1CE ) een Design and Construction Certificate is afgegeven door EuroUSC; Air-vision bij de aanvraag van een reeks projectontheffingen aannemelijk heeft gemaakt te kunnen zorgen voor een voldoende vluchtvoorbereiding; het verboden is om beroepsmatig deel te nemen aan het luchtverkeer met een licht onbemand luchtvaartuig, tenzij hiervoor ontheffing is verleend; Gelet op de artikelen 2.1, vierde lid, 3.21 en 5.5, derde lid, van de Wet luchtvaart; BESLUIT: Artikel 1 1.
Jaar: 2014
Ministerie Van Infrastructuur En Waterstaat
Documenten: 1
📁
Download volledig dossier (ZIP)