[Gepubliceerd: 2014-10-17] Gelezen het verzoek van het NLR, ontvangen op 6 mei 2014, contactpersoon de heer J.F. de Boer, tel.: 031 88 511 3129, e-mail: Jan-Floris.Boer@nlr.nl; Gezien het gegeven dat: lichte onbemande luchtvaartuigen (UAS) volgens artikel 20 van het Luchtverkeersreglement voorrang moeten verlenen aan al het andere luchtverkeer; dat dit mogelijk is door binnen zichtafstand van de piloot te blijven en naast de piloot nog een waarnemer te verplichten; uitvoerende regelgeving in ontwikkeling is en internationaal overeenstemming bestaat over de uitgangspunten voor beroepsmatig gebruik van UAS op veilige afstand van mensenmenigten en gebouwen; het NLR voldoende kennis en ervaring heeft om op verantwoorde wijze een vlucht uit te voeren met haar UAS; de piloten van het NLR beschikken over een door het NLR afgegeven grondschoolcertificaat; het NLR beschikt over een goedgekeurd operationeel handboek waarin de verantwoordelijkheden en procedures zijn vastgelegd; het verboden is om beroepsmatig deel te nemen aan het luchtverkeer met een licht onbemand luchtvaartuig, tenzij hiervoor ontheffing is verleend; het NLR beschikt over seniorpiloten die zijn opgeleid voor het geven van vlieginstructie, het afnemen van examens en het uitvoeren van testvluchten; Gelet op de artikelen 2.1, vierde lid, 3.21 en 5.5, derde lid, van de Wet luchtvaart; BESLUIT: Artikel 1 1.
Jaar: 2014
Ministerie Van Infrastructuur En Waterstaat
Documenten: 1
📁
Download volledig dossier (ZIP)