[Gepubliceerd: 2014-10-30] Gelezen de verzoeken van Dutch Drone Company, ontvangen op 22 september 2014, 26 september 2014 en 8 oktober 2014, contactpersoon de heer G. Benschop, tel.: 06 54 335 920, e-mail: gbenschop@dutchdronecompany.com; Gezien het gegeven dat: lichte onbemande luchtvaartuigen (UAS) volgens artikel 20 van het Luchtverkeersreglement voorrang moeten verlenen aan al het andere luchtverkeer; dat dit mogelijk is door binnen zichtafstand van de piloot te blijven en naast de piloot nog een waarnemer te verplichten; uitvoerende regelgeving in ontwikkeling is en internationaal overeenstemming bestaat over de uitgangspunten voor beroepsmatig gebruik van UAS op veilige afstand van mensenmenigten, voertuigen, vaartuigen, objecten en gebouwen; het verboden is om beroepsmatig deel te nemen aan het luchtverkeer met een UAS, tenzij hiervoor ontheffing is verleend; Dutch Drone Company beschikt over een bedrijfshandboek; de piloten van Dutch Drone Company beschikken over een door het NLR afgegeven grondschoolcertificaat; de piloten van Dutch Drone Company allen het praktijkexamen succesvol hebben afgerond; Gelet op de artikelen 2.1, vierde lid, 3.21 en 5.5, derde lid, van de Wet luchtvaart; BESLUIT: Artikel 1 1.
Jaar: 2014
Ministerie Van Infrastructuur En Waterstaat
Documenten: 1
📁
Download volledig dossier (ZIP)