[Gepubliceerd: 2014-03-27] Gelezen het verzoek van Airfilms Productions B.V., ontvangen op 17 februari 2014, contactpersoon de heer B. Pauw, tel.: 070 3696389, e-mail: bart@airfilms.nl; Gezien het gegeven dat: lichte onbemande luchtvaartuigen (UAS) volgens artikel 20 van het Luchtverkeersreglement voorrang moeten verlenen aan al het andere luchtverkeer; dat dit mogelijk is door binnen zichtafstand van de piloot te blijven en naast de piloot nog een observant te verplichten; uitvoerende regelgeving in ontwikkeling is en internationaal overeenstemming bestaat over de uitgangspunten voor beroepsmatig gebruik van UAS op veilige afstand van mensenmenigten en gebouwen; het verboden is om beroepsmatig deel te nemen aan het luchtverkeer met een licht onbemand luchtvaartuig, tenzij hiervoor ontheffing is verleend; de piloten van Airfilms Productions B.V. beschikken over een door EuroUSC afgegeven BNUC-S-certificaat nr. 0372; Airfilms Productions B.V. beschikt over een bedrijfshandboek dat weliswaar nog in ontwikkeling is, maar al wel alle essentiele procedures bevat die nodig zijn om veilig te kunnen werken met UAS; Airfilms Productions B.V. een operationeel plan inclusief risicoanalyse heeft voorbereid voor het project Exxon Mobil; voor vluchten in een CTR een vliegplan, klaring en tweezijdig radiocontact nodig zijn; voor vluchten met een onbemand luchtvaartuig dicht bij een industriele installatie, in een aaneengesloten industrieel gebied en ver beneden de VFR-minimumvlieghoogte (1000 ft boven het hoogste obstakel binnen een afstand van 600 m), verder dan 5 km van de luchthaven de kans op interferentie met ander (gecontroleerd) luchtverkeer heel klein is; kans op luchtruimschendingen in de BVG gering is gezien bovenstaande situatiebeschrijving; in het BVG Shell de regels gelden die horen bij luchtruimclassificatie G (m.u.v. zicht en afstand tot de wolken): VFR en IFR zijn toegestaan en ontvangen op verzoek vluchtinformatie; geen tweezijdig radiocontact vereist; geen klaring vereist; geen vliegplan vereist; de risicos en kosten bij de conventionele wijze van inspectie vele malen groter zijn dan bij de inspectie met een licht onbemand luchtvaartuig; Gelet op de artikelen 2.1, vierde lid, 3.21 en 5.5, derde lid, van de Wet luchtvaart; BESLUIT: Artikel 1 1.
Jaar: 2014
Ministerie Van Infrastructuur En Waterstaat
Documenten: 1
📁
Download volledig dossier (ZIP)