[Gepubliceerd: 2014-05-30] Gelezen het verzoek van Gatewing, ontvangen op 28 april 2014, contactpersoon de heer K. Vangilbergen, tel.: +32 496980091, e-mail: kvg@gatewing.com; Gezien het gegeven dat: een licht onbemand luchtvaartuig (UAS) volgens artikel 20 van het Luchtverkeersreglement voorrang moet verlenen aan al het andere luchtverkeer; dat dit mogelijk is door binnen zichtafstand van de piloot te blijven en naast de piloot nog een waarnemer te verplichten; uitvoerende regelgeving in ontwikkeling is en internationaal overeenstemming bestaat over de uitgangspunten voor beroepsmatig gebruik van een UAS op veilige afstand van mensenmenigten en gebouwen; het verboden is om beroepsmatig deel te nemen aan het luchtverkeer met een licht onbemand luchtvaartuig, tenzij hiervoor ontheffing is verleend; de piloot van Gatewing beschikt over een door EuroUSC afgegeven BNUC-S-certificaat; het lichte onbemande luchtvaartuig van het type UX5 is geproduceerd door een geaccrediteerde producent; Gatewing voldoende kennis en ervaring heeft om op verantwoorde wijze een vlucht uit te voeren met haar UAS op de aangevraagde locatie; Gatewing beschikt over een bedrijfshandboek dat alle essentiele procedures bevat die nodig zijn om veilig te kunnen werken met een UAS; Gelet op de artikelen 2.1, vierde lid, 3.21 en 5.5, derde lid, van de Wet luchtvaart; BESLUIT: Artikel 1 1.
Jaar: 2014
Ministerie Van Infrastructuur En Waterstaat
Documenten: 1
📁
Download volledig dossier (ZIP)