[Gepubliceerd: 2014-07-07] Gelezen het verzoek van de Universiteit van Wageningen, ontvangen op 16 mei 2014 en het verzoek van 12 juni 2014, contactpersoon de heer L. Kooistra, tel.: 0317 481604, e-mail: lammert.kooistra@wur.nl; Gezien het gegeven dat: lichte onbemande luchtvaartuigen (UAS) volgens artikel 20 van het Luchtverkeersreglement voorrang moeten verlenen aan al het andere luchtverkeer; dat dit mogelijk is door binnen zichtafstand van de piloot te blijven en naast de piloot nog een waarnemer te verplichten; uitvoerende regelgeving in ontwikkeling is en internationaal overeenstemming bestaat over de uitgangspunten voor beroepsmatig gebruik van UAS op veilige afstand van mensenmenigten, voertuigen, vaartuigen, objecten en gebouwen; het verboden is om beroepsmatig deel te nemen aan het luchtverkeer met een UAS, tenzij hiervoor ontheffing is verleend; de Universiteit van Wageningen (WUR) voldoende kennis en ervaring heeft om op verantwoorde wijze vluchten uit te voeren met haar UASen op deze locatie; de piloten van de WUR beschikken over een door EuroUSC afgegeven BNUC-S-certificaat; de WUR beschikt over een bedrijfshandboek dat weliswaar nog in ontwikkeling is, maar al wel alle essentiele procedures bevat die nodig zijn om veilig te kunnen werken met UAS; Gelet op de artikelen 2.1, vierde lid, 3.21 en 5.5, derde lid, van de Wet luchtvaart; BESLUIT: Artikel 1 1.
Jaar: 2014
Ministerie Van Infrastructuur En Waterstaat
Documenten: 1
📁
Download volledig dossier (ZIP)