[Gepubliceerd: 2015-04-14] Gelezen het verzoek van AEC Air Support B.V., ontvangen op 16 maart 2015, contactpersoon: de heer P. de Jong, tel.: +31 6 29 55 65 22, e-mail: p.dejong@aecairsupport.nl; Gezien het gegeven dat: het verboden is om beroepsmatig deel te nemen aan het luchtverkeer met een UAS, tenzij hiervoor ontheffing is verleend; lichte onbemande luchtvaartuigen (UAS) voorrang moeten verlenen aan al het andere luchtverkeer; dat dit mogelijk is door binnen zichtafstand van de piloot te blijven en naast de piloot nog een waarnemer te verplichten; uitvoerende regelgeving in ontwikkeling is en internationaal overeenstemming bestaat over de uitgangspunten voor beroepsmatig gebruik van UAS op veilige afstand van mensenmenigten, voertuigen, vaartuigen, objecten en gebouwen; de piloten van AEC Air Support B.V. voldoende ervaring hebben om op deze specifieke locatie met de door hen gebruikte onbemande helikopter op een verantwoorde wijze te kunnen opereren; AEC Air Support B.V. een operationeel plan inclusief risicoanalyse heeft voorbereid; de vluchten noodzakelijk zijn voor het in stand houden van de vliegvaardigheid en het verkrijgen van voldoende ervaring in het voorbereiden en uitvoeren van vluchten met het lichte onbemande luchtvaartuig; Gelet op de artikelen 2.1, vierde lid, 3.21 en 5.5, derde lid, van de Wet luchtvaart; BESLUIT: Artikel 1 1.
Jaar: 2015
Ministerie Van Infrastructuur En Waterstaat
Documenten: 1
📁
Download volledig dossier (ZIP)