[Gepubliceerd: 2015-06-12] Gelezen het verzoek van DronePartner, ontvangen op 17 mei 2015, en het gecorrigeerde operationele plan, ontvangen op 2 juni 2015, contactpersoon de heer J. Suijker, e-mail: johnsuijker@dronepartner.nl; Gezien het gegeven dat: het verboden is om beroepsmatig deel te nemen aan het luchtverkeer met een UAS, tenzij hiervoor ontheffing is verleend; lichte onbemande luchtvaartuigen (UAS) voorrang moeten verlenen aan al het andere luchtverkeer; dat dit mogelijk is door binnen zichtafstand van de piloot te blijven en naast de piloot nog een waarnemer te verplichten; uitvoerende regelgeving in ontwikkeling is en internationaal overeenstemming bestaat over de uitgangspunten voor beroepsmatig gebruik van UAS op veilige afstand van mensenmenigten, voertuigen, vaartuigen, objecten en gebouwen; de piloot van DronePartner voldoende ervaring heeft om op deze specifieke locatie met de door hen gebruikte onbemande helikopter op verantwoorde wijze te kunnen opereren; de piloot van DronePartner beschikt over een grondschoolcertificaat van EuroUSC; de vluchten noodzakelijk zijn voor het in stand houden van de vliegvaardigheid, het verkrijgen van voldoende ervaring in het voorbereiden en uitvoeren van vluchten met het lichte onbemande luchtvaartuig en voor het afleggen van het praktisch examen; Gelet op de artikelen 2.1, vierde lid, 3.21 en 5.5, derde lid, van de Wet luchtvaart; BESLUIT: Artikel 1 1.
Jaar: 2015
Ministerie Van Infrastructuur En Waterstaat
Documenten: 1
📁
Download volledig dossier (ZIP)